Dat wielertoeristen zich nogal graag spiegelen aan de profs is algemeen geweten. Kledij, helm, zonnebril, conditie en zelfs voeding worden naar hartelust gekopieerd door ons, de wannabe’s. Maar bij de WTC begint het nu toch wel buiten proportioneel te worden. Net als in het profpeloton barst de ziekenboeg bij onze Meldertse trots ook volledig uit zijn voegen! Klierkoorts, spierscheur, après-corona naweeën, plofknie, kater in de zevendertigste graad, in alles worden de vetbetaalde profs nu gekopieerd door leden van de WTC! Zelfs de Jean, zelf ooit bijna prof, slaapt nog niet in een zuurstoftent maar wel al met een éénpersoon-stent! Iemand die zich zijn ganse leven heeft gesoigneerd als had hij het lichaam van Eddy Merckx, Jean-Claude Van Damme en John Massis door elkaar gemixt, moet nu ook aan de stent. Het is trouwens geen toeval dat de Jean een graag geziene vaste stamga
Als ge dit leest zijn wij al in Leest geweest…
Later op deze zonnige lentedag zou een herboren Remco Evenepoel het voltallige peloton het nakijken geven door een flukse demarrage op La Redoute. Voor de niet koerskenners onder de lezers, dat is niet het voormalig Franse postorderbedrijf maar een helling in “de Walen”. Patrick Lefevere zou daags na de overwinning opnieuw een adoptie-aanvraag doen om Remco’ken als zoon in huis te mogen nemen. Maar gezien zijn veelvuldige “suikervallen” na overwinningen van zijn team achtten de autoriteiten de Patrick toch niet echt meer geschikt om kleine jongens op te voeden. Remco zal dus blijvend Evenepoel heten tot groot jolijt van zijn eigen ouders. Opmerkel
De Slag om Laarne ...
Zondagmorgen om tien voor zeven kreeg ik al een ongerust bericht van compaan Jo. Op de bijgevoegde screenshot had hij in het rood een strook van het parcours aangeduid met daarbij de vraag :”Is dat daar wel toegankelijk voor koersvélo’s?”. Hij doelde op een smalle lijn van Schellebelle naar Wetteren langsheen de spoorlijn van Brussel naar Gent. Ik was echter op zaterdag het parcours gaan verkennen en kon hem onmiddellijk geruststellen. Ter plaatse
Bier is op zijn best op 37 graden…
De reiswoede laat zich op zondagochtend serieus voelen in de gelederen van de WTC. Na het historische dieptepunt van vorige week, met slechts negen opgedaagden, mochten er nu toch al vier “bollekes” meer worden gekleurd. Dat ondergetekende zelf een acute aanval van een 50-jarigen-depressie diende te verwerken, gaf mij maar een flauw excuus om niet aanwezig te zijn. Naar verluidt zouden er dit weekend echter leden in Griekenland, de Provence, de Alpen én zelfs in Egypte gespot zijn. Diegene die een ritje op stinkende kamelen door het mulle, hete zand prefereerde boven een amicale rit onder zogezegde vrienden zou dan ook nog eens de Presid….
De Reuzen van Vlaanderen…
27 maart 2022 zal de wielergeschiedenis ingaan als de dag dat een Afrikaans renner voor het eerst een Vlaamse Klassieker won! Gent-Wevelgem werd die namiddag namelijk bijgeschreven aan het tot dan toe vrij korte palmares van de renner uit Eternitrea met de exotische naam Binami Garminaya. Ik moet eerlijk gezegd nog wat oefenen op zijn naam, ma…..
Moeten er nog Flandriens zijn?
Moest er wetenschappelijk onderzoek worden gedaan naar welke website op zondagmorgen tussen zeven en kwart na acht het meest wordt geraadpleegd, zou dit als resultaat ongetwijfeld “www.buienradar.be" zijn. Ook deze zondagochtend was het niet anders. Op het redelijk nostalgisch en antiek aandoende scherm van de buienradar kwam er traag een smalle strook grijze wolken richting onze contreien geschoven. Er zou mogelijks een beetje neerslag vallen rond ons startuur. Iedereen van de WTC was er blijkbaar redelijk gerust in want er werd weer massaal verzameld bij de start. Toen werd er nog gelachen… Toen wel nog. De heldere stem van de President schalde over het dorpsplein dat de A’s mochten vertrekken en wederom bougeerde er geen enkele van onze snelheidsmaniakken. Het begint stilaan traditie te worden, als er samen wordt gereden, trekken ze het peloton aan stukken tot ze alleen overblijven, maar als ze apart mogen rijden, willen ze niet. Rare jongens, die testosteron-bommen.
Maar laten we eerlijk zijn, samen is wel veel gezelliger, ook al rijdt JS uit M bij A mee. Onze C-vrienden trokken zich ook op gang al was het eveneens maar met lange tanden ingevolge de regendruppels die ondertussen begonnen te vallen. Vroeger was er een regel die zei : “als het regent bij de start en er is maximum vijf man, is het een regenrit en krijgt iedereen zijn bolleken op de lijst”. Nu stond er mét regen wel twintig man aan de start, dus daar ging de regenregel, en blijkbaar stond er in de aloude statuten van de club ook niks over sneeuw. Pech dus voor de afwezigen, geen bolleken voor de thuisblijvers.
Gestaag ging de rit aanvankelijk richting Asse en hier en daar viel er al zowaar een nat sneeuwvlokje uit de grijze lucht. Maar dan brak de witte hel pas echt los. Bij een temperatuur van drie graden, vielen er dikke, natte vlokken uit de lucht die iedereen direct verkilden tot op het bot. De gelaatstrekken werden al wat getrokkener en het moreel zakte ondertussen ook stilaan naar het vriespunt. Dat bereikte echt een dieptepunt toen we in Brussegem een auto kruisten waarop wel een dik pak sneeuw lag. Bleek op de onherbergzame hoogtes rond de antenne van Brussegem zowaar een sneeuwtapijt te liggen op de akkers. De vergelijking met “Signal De Botrange” of “Barak De Frituur” waren dan ook niet ver weg.
Blijkbaar waren we ondertussen twee koukleumen kwijt geraakt. Om hen in hun verdere carrière het hoongelach en gespot te besparen zal ik ze niet bij naam noemen. Dat één van de twee kort na de rechtsomkeer in een wasserette in Asse werd gespot en daar zijn handschoenen in een vrouw haar droogkast mocht stoppen, zullen we maar niet figuurlijk opnemen. Uit de exploitatie van de camerabeelden achteraf bleek wel degelijk dat hij zijn doorweekte wanten in madame haar Zanussi mocht stoppen. Dit verhaal doet mij eigenlijk terugflitsen naar de legendes over de vroegere Flandriens, die in sneeuw en hagel de bergen bedwongen en in een herdershut even aanschoven bij madame de herderin waar zij naast haar heet haardvuur een dampende kom zaten uit te lepelen en voor vertrek nog rap wat vuurwater naar binnen kapten. Oké een wasserette in het centrum van Asse straalt niet echt dezelfde romantiek uit als een donkere herdershut maar met wat koersfantasie komt het toch al aardig in de buurt.
“Mijn mtb zomerhandschoenen hebben mij de das omgedaan. Nog nooit zo afgezien als deze morgen. Ware helletocht naar huis. Compleet onderkoeld en vingers zo bevroren dat ik zelfs mijn helm en schoenen niet meer open kreeg. Lig hier met drie vesten onder dubbel donsdeken om van de kou af te geraken. Mijn vingers nu nog altijd precies of ze hebben onder een tram gezeten. Kruip nooit nog op ne velo onder de 20 graden ☹️”
Hoe zwaar de omstandigheden waren, en hoe het de tweede wtc’er die de handdoek in de wielerpiste gooide, verging, kan u lezen in het ingevoegde stukje proza dat hij na de rit naar ondergetekende stuurde. Hieruit blijkt dat een minimum vetpercentage van 12 procent voor een wielertoerist geen overdreven luxe is. Alles eronder kan u wel helpen sneller omhoog te rijden, maar wat zou het als ge in den bergaf van uwe vélo bibbert! Naar het schijnt was onze onfortuinlijke collega in de late namiddag nog zo aan het schudden en beven dat toen zijn vrouw hem een tas hete melk gaf, het terstond goei boter werd! Wij wensen hem desalniettemin veel beterschap en huiselijke warmte toe.
Ondertussen denderden de anderen verder door het witte inferno, de ogen half dichtgeknepen voor de water-en modderfonteinen die de banden van de voorligger opwierpen. Iedere bocht of afslag werden de verkleumde billen wat meer dichtgeknepen want een schuiver bij deze temperaturen zou de lichaamstemperatuur allerminst ten goede komen. Kris en Jimmy bleven aan de kop zitten wat tactisch gezien misschien de beste keuze was, zij hadden namelijk geen last van opspattend water van hun voorganger. Zij werden trouwens geheel terecht na de rit door de President voor hun gedisciplineerde lange kopbeurt geloofd en geroemd. Zij onderhielden dan ook een strak, egaal tempo zonder “snokken” of versnellingen.
Eens ons verste punt, Zemst gerond, vonden de weergoden dat we genoeg hadden geleden en priemde er zowaar een waterzon door de wolken. En wees maar gerust dat het deugd deed. Akkoord, bij een “plasstop” was het in de koersbroeken nog wat zoeken naar het benodigde materiaal, maar geen paniek, ook een grote beer komt na zijn winterslaap uiteindelijk wel uit zijn hol. Op de terugweg kregen we alsmaar meer de zon te zien en begonnen we het zo stilaan nog plezant te vinden ook. Er werd al eens een grapje gemaakt, Bill stopte al eens om een kiekje te maken (een foto é, geen kippetje), en Jo reed ondertussen zelfs zonder handschoenen. Is het machogedrag of heeft hij effectief last van zweethanden zoals iemand anders last heeft van zweetvoeten? Ondertussen begonnen het wegdek en ook onze tweewielige kleinoden op te drogen. Toen pas bleek hoe vuil en smerig alles was geworden.
Dat we onderweg nog bijna van de weg werden gemaaid door een halve zool die in zijn “getjoende” zeepkist het nodig vond onze groep in een bocht in te halen en zich dan moest wegsmijten voor een tegenligger, kon de opdrogende pret niet bederven. Het moet gezegd dat de kou en het nat toch wel meer calorieën vreet dan fietsen onder een zomerzon. Het verlies aan energie zou dan ook ruimschoots moeten worden aangevuld bij aankomst in ons lokaal.
Daar hadden we trouwens nog een verrassing voor ons aller “barmoeder”. Een panoramische foto van de WTC poserend voor het café werd haar door onze CEO overhandigd met de gevleugelde woorden : “Da zal niet misstaan op uwen balkon.” Onze president, uiteraard ook altijd in voor een woordgrapje. De sfeer zat er al snel goed in met alle “koizekes, salamikes, suikerwafels, frangipannekes, en minibrochettes van verdacht allooi”. Tot plots JS uit M bij A, een chemiereus, paardenkenner en nu ook zelfverklaard geschiedkundige en Napoleonist, ons nog een wist-je-datje diets wilde maken. Hij zou ons daar even de “etymologische herkomst” van het woord “kabardoesjken” uit de doeken doen. Ik ga u de deskundige uitleg besparen zodat u niet vroegtijdig in een diepe slaap valt, maar u hebt nu wel een idee hoe hoog het cultureel en intellectueel niveau van menig wtc’er wel reikt. De slogan “ een gezonde geest in een gezond lichaam” werd middels Orvallekes en Affligems dan ook ruimschoots kracht bij gezet.
Kunst is nu in de komende week op het werk voldoende te recupereren voor volgende zondag, want dan zouden we onze “Mini Ronde van Vlaanderen” rijden. De parcoursbouwer van dienst voorziet een “ritje” van 75 kilometer met alle Vlaamse Reuzen die er maar te vinden zijn in de Vlaamse Ardennen. Ongetwijfeld voer voor een nieuw en uitgebreid verslag!
Tot volgende week.
El Churto
Waar of niet waar…
Deze ochtend kleurde het dorpscentrum van Meldert fluo-geel. Uit alle windrichtingen en zijstraten daagden oude en nieuwe leden op want het groepsfotomoment was weer aangebroken. Ieder jaar, begin maart, tooien de leden zich namelijk met hun beste kleren, pluimen en andere attributen om op hun paasbest op de clubfoto te staan. Enkel Jo, de fotograaf van dienst, staat dan zelf niet op de foto, maar eerlijk gezegd, wie treurt daar nu om. Hij wierp dan maar bij het schiete
De kop is eraf ...
Daags voor onze maagdenrit won Lotte Kopecky op weergaloze wijze (direct van in de eerste zin een pracht van een alliteratie) de Strade Bianche, voor de vrouwen weliswaar. Tadej Pogacar deed dat zowaar nog weergalozer bij de mannen, door de rest van het pak op vijftig kilometer van de streep het nakijken te geven. Akkoord Alaphilippe deed nog maar eens een “à la Philippeken” en ook ons Vlaams speerpunt in deze Toscaanse koers, Tiesj Benoot - degene die weten waar zijn voornaam vandaan komt, mag altijd een gele briefkaart sturen en wint een “tige filtée” van 10 cm lengte - lag ook al tegen de Italiaanse straatstenen. Zijwind, bij de WTC weten we er alles van! Iedereen herinnert zich nog onze passage door de Moeren toen we van de macadam gewoon de beek in waaiden! Ah ne
Windowshopping in de hoofdstad
Later op deze zonnige zondag zouden Van Aert en Evenepoel net de duimen moeten leggen tegen Filippo Ganna. Een nagelbijtende secondenstrijd resulteerde in zilver voor Wout en brons voor Remco. Uiteraard kenden wij deze uitslag nog niet wanneer wij zondagmorgen om 08:30 uur verzamelden voor nog maar eens een traditionele rit, deze keer naar Brussel op de autoloze zondag. Vorige week reden we met de retrorit een andere klassieker, maar nu stond de trip na
"De beste mossels eet ge in de Philippine…"
Gelukkig dat we op zaterdag met een klein comité van WTC-leden wat tijd op overschot hadden. Bijgevolg konden we de retrorit van zondag vooraf al eens gaan verkennen en de sympathieke cafébaas van Het Bergenhof in Steenhuize-Wijhuize gaan verwittigen dat er op zondagochtend een (Jean en Hans De) Bondt allegaartje aan wielerzonderlingen op zijn terras zou neerstrijken. Dat onze respectievelijke echtgenotes ons allen dezelfde vraag stelden :”Kunt ge die mens niet via den telefoon verwittigen?” werd ook m