De Reuzen van Vlaanderen…

27 maart 2022 zal de wielergeschiedenis ingaan als de dag dat een Afrikaans renner voor het eerst een Vlaamse Klassieker won! Gent-Wevelgem werd die namiddag namelijk bijgeschreven aan het tot dan toe vrij korte palmares van de renner uit Eternitrea met de exotische naam Binami Garminaya. Ik moet eerlijk gezegd nog wat oefenen op zijn naam, maar als hij zo blijft koersen zal ik hem ook wel rap onder de knie hebben. Als ge Djamolidin Abdoesjaparov in het koersgeheugen kunt opslaan, zal “Bini” ook wel snel op de harde schijf worden gesaved.

Maar 27 maart is dit jaar ook de zondag voor de Ronde Van Vlaanderen, en dan strijkt de WTC, of althans een deel ervan, traditiegetrouw neer in de Ronde Van Vlaanderenstraat te Kluisbergen. Daar verzamelden we vorige jaren, afgezien van de geannuleerde coronaritten, voor een mini-Ronde. Na een zeer korte nachtrust waarbij de klok nog maar eens een uur moest worden vooruit gedraaid zaten de dikke oogprutslapers bij de tien wtc’ers nog goed vastgekoekt in evenveel paar ogen. De vochtige, mistige kilte die onze startplaats al zo gezellig maakte als de frigo van Bockie De Repper, deed ons weer de schrikbeelden van vorige week voor de geest halen. Na een autorit van dik een uur van Meldert naar Kluisbergen waren de spieren nu stram en stijf getrokken. Het zag er dan ook niet uit dat onze oude knoken onmiddellijk zouden opgewarmd worden door een streepje lentezon.

Gelukkig mochten we voor vertrek eerst een handje toesteken om een VIP-tent op te zetten. Dit kon dan toch al iets-of-wat de armspieren opwarmen. Ik vroeg mij echter bij deze ochtendlijke noeste arbeid af of pakweg Wout Van Aert voor de start van Vlaanderens Mooiste ook zou helpen een tent te rechten. Ik dacht het niet… Maar vredelievend als we zijn, sloegen wij zonder morren aan het helpen. Dat de vochtige weide eerst eens gedweild en gestofzuigd had mogen worden zodat niet al het gemaaide gras onder ons designer koersschoenen zou blijven kleven zijn, namen we er met de glimlach bij. Nadat wij daar met de nodige deskundigheid de palen hadden gerecht, was het tijd om de benen te strekken. Eertijds werd onze start daar nog opgeluisterd door de boswachter die daar met zijn tweeloop een straatarmatuur naar de eeuwige jachtvelden schoot, vandaag was de boswachter er wel, maar zijn tweeloop hield hij veilig en wel opgeborgen. Gelukkig maar, want de Vlaamse Reuzen beklimmen met een scheut hagel in den derrière zou het enkel maar lastiger maken.

Twee van ons tien hadden blijkbaar geen last van de ochtendlijke kou. Jo liet weer de handschoenen thuis en Alex zette aan in korte broek. Hoewel, had de President die broek aangetrokken was het vermoedelijk een lange broek geweest, maar voor Alex kwam ze nog ruim boven de knieën. Om 08:30 uur sneden wij door de dikke mist als een heet mes door de boerenboter. Eerst daalden wij af naar het roemruchte Melden, niet te verwarren met ons eigen Meldert, waar de eerste puist ons al grijnzend lag op te wachten. Op dit ontiegelijk vroeg uur waren er nog geen andere wielerfanaten te bespeuren en kon niemand zien hoe wij ons een weg naar de top van de Koppenberg harkten. Tijdens de klim at ik al minstens drie keer mijn vispannetje van de avond ervoor, opnieuw. Op de top kwam daar nog een viertal keer bij. Ik, die het zwijgen eerder als een straf beschouw, was het eerste uur muisstil en hoopte dat mijn maag wel een goeie dag had in tegenstelling tot de rest van mijn lichaam.

Op de Koppenberg stond er op Peter al geen maat. Met zijn raar gevormd stuur, sterk gelijkend op de moustache van de vrouw van Ali Express, leek hij niet te dulden dat er iemand naast hem kwam rijden. Had er nog maïs op de akkers gestaan, hij had verzekerst de eerste vier rijen omver gemaaid met zijn chopper-stuur. Van de Koppenberg ging het naar de Tom Boonenberg aka de Taaienberg en daarachter volgde al snel de Eikenberg. Onderweg moeten er al prachtige vergezichten te zien geweest zijn, ware het niet dat de mist zo dicht was dat we amper onze voorligger zagen. Kris zag trouwens van gans de rit weer amper een voorganger, aangezien hij weer bijna altijd op kop reed.

De mist werd op sommige plaatsen zo dicht dat onze CEO schrik kreeg dat we een “CO2-vergiftiging” zouden oplopen! Dat hij CO2 verwarde met CO was vermoedelijk al één van de eerste symptomen. De ongezonde smog gecombineerd met de ijle lucht op grote hoogte deed ons op de Valkenberg zelfs al hallucineren! Dachten wij daar zelfs even dat wij vriendelijk begroet werden door ene schone loopster met korte short en strak singletteken en dat bovendien Alex op kop van de groep reed naast zijn zoneken. Bleek het hier om Peter te gaan begot! Ja, zo een acute Spa Bruis-vergiftiging kan zotte dingen doen met de menselijke psyche!

Gelukkig reden we af en toe ook eens naar beneden en konden we daar weer wat zuurstof tanken. Parcoursbouwer Jo had trouwens het prachtige Hollebeekpad in de route geflanst. Dit is een schitterend aangelegd, vlotlopend fiets-en wandelpad dat de kronkelende loop van vermoedelijk de Hollebeek volgt en dit een aantal kilometer lang. Gelukkig was daar de mist wat minder dik en konden we toch nog wat fotogenieke plaatjes in onze geest opslaan. 

Een Mini Ronde Van Vlaanderen is pas geslaagd als er ook een strook rotkassei inzit. Daarvoor had Jo de Haaghoek uitgekozen. Halverwege werden we daar echter bijna van de sokken geblazen door een peloton wielerconcullega’s die minstens met vijftig waren. Zij werden trouwens begeleid door seingevers op de fiets die iedere keer de kruispunten afzetten, achteraan de groep weer aansloten, ze inhaalden, de groep voorbij sprintten om dan het volgende kruispunt af te zetten. Zo zot hebben we bij de WTC vooralsnog niemand gekregen. De groep psychiatrische patiënten was dan ook uit Melle en werden niet voor niets gesponsord door biermerk Delirium. Geert, was echter met zijn vijftig kilogram achterop geraakt op de kilometerslange kasseistrook. Door zijn vlieggewicht en zijn aangeboren aversie voor kassei, rijdt of vliegt hij er niet over, hij lijkt erover te botsen met vierkante wielen. Gelukkig was de Scalle nog zo lucide van geest om Geert op te wachten of hij had de volgende afslag gemist en zou vermoedelijk nog aan het rondzwerven geweest zijn in de Vlaamse Ardennen.

De officiële hellingen schoven één voor één onder onze wielen door, maar er zaten ook een paar rotdingen in die in ons roadbook niet als officiële helling werden gecatalogeerd. Eén ervan bleek een zijtak van de Steenbeekdries. Het onding moet een maximum stijgingspercentage van minstens 25 hebben gehaald. Gelukkig was het vrij kort of de helft van ons had daar slagzij gemaakt. 

Wanneer we na zestig kilometer onze startplaats passeerden en er nog een lus van tien kilometer lag te wachten met daarin nog de Paterberg en de Oude Kwaremont, hield ondergetekende het met de mountainbike voor bekeken. Het vispannetje was ondertussen afgezakt naar de benen en leek bovendien honderd kilo te zijn gaan wegen. Ook Peter hield het voor bekeken nadat hij plots een hongerklop van jewelste kreeg, “ne freine galle” zoals ze dat in het wielerjargon noemen. Waar hij gedurende de rit op iedere helling boven kwam, raakt hij op de zacht lopende Hotond amper nog boven. Wellicht had zijn breed stuur dan toch te veel wind gevangen onderweg.

De acht andere helden trokken nog naar de kasseien van de twee voornoemde Reuzen waar ze zich nog konden meten met een aantal “echte coureurs”. Dat Geert en de Scalle een klein half uurtje later nog de sprint wonnen, bewijst wat een koppel benen beiden ’s ochtends hadden gestoken. De Jos, was echter niet te stoppen, negeerde de finishlijn en reed gewoon in één ruk door naar huis! Of hij ’s avonds nog aan de baxter met suikerwater lag, hebben we nog niet vernomen. Mijn volste respect voor zoveel karakter! Wie nog niet genoemd werd, is Steven, de bandenspecialist van de club, reed eveneens een verdienstelijke rit, klaagt nooit en dendert alsmaar verder.

Na het aantrekken van wat droge, warme kledij, konden we de innerlijke coureur nog versterken met wat “koizekes en salamikes” en de obligate Affligem, dit bij het beluisteren van de straffe verhalen van de lokale bospoeper, euh boswachter. Dat hij op zijn eentje de Vlaamse Ardennen zal beschermen tegen de oprukkende Rus zullen we maar met een korreltje zout nemen en dat hij ooit vier kogels moest schieten in een hert voor hij viel, zal ook wel wat overdreven zijn, alsof dat beest daar rustig zal blijven staan hebben tot hij hem vier keer had doorzeefd. 

Aan het thuisfront reden een aantal andere leden trouwens de Valckenier Classic, onze vrouwelijke wielerdames, Els en Kristin haalden zelfs vlotjes de 111 kilometer mochten wij Stravagewijs vernemen. Aangezien ik daar niet bij was, kan ik er uiteraard ook geen heroïsche verhalen over schrijven.

We kijken trouwens nu al reikhalzend uit naar volgende zondag, waar Wout Van Aert hopelijk een schitterend vervolg gaat breien aan zijn prachtig voorjaar.

El Churto