Als ge dit leest zijn wij al in Leest geweest…

Later op deze zonnige lentedag zou een herboren Remco Evenepoel het voltallige peloton het nakijken geven door een flukse demarrage op La Redoute. Voor de niet koerskenners onder de lezers, dat is niet het voormalig Franse postorderbedrijf maar een helling in “de Walen”. Patrick Lefevere zou daags na de overwinning opnieuw een adoptie-aanvraag doen om Remco’ken als zoon in huis te mogen nemen. Maar gezien zijn veelvuldige “suikervallen” na overwinningen van zijn team achtten de autoriteiten de Patrick toch niet echt meer geschikt om kleine jongens op te voeden. Remco zal dus blijvend Evenepoel heten tot groot jolijt van zijn eigen ouders. Opmerkelijk aan de recentste editie van L-B-L is dat het ganse podium Belgisch kleurde met crosser Quinten Hermans op twee en Wout Van Aert op drie. En laat dit nu de naadloze overgang zijn naar het verslag van ons rit van ’s ochtends. Ook bij ons reden enkel Belgen mee! Akkoord iets minder historisch dan het podium in Luik maar toch ook wel een dikke opsteker, mijn gedacht. 

En daar stopt de vergelijking niet, ook binnen de WTC hadden er net vandaag last van een “suikervalleken”! Na twee nachtelijke evenementen georganiseerd door de lokale Meldertse scouts, hadden enkele leden zich eerst vrijdag volledig laten gaan op de quiz. Ik hoor het u zich afvragen :” Waarschijnlijk hadden zij een overwinning te vieren?”. Maar neen, met een bescheiden veertiende plaats op zevenentwintig, de WTC compleet onwaardig, werd er toch nog wel even onterecht  “coma gezopen” door de deelnemers. Maar dan moest het ergste nog komen op zaterdag. Op de “Beursfuif” werden ook een aantal hooggeplaatste wtc-figuren gespot op de meest ontiegelijke uren van de nacht. Bijgevolg, bij de start van de rit op zondag, geen President in velden of wegen te bespeuren! Parcoursbouwer Jo, daagde wel op en kon met zijn alcoholadem de kalk van Ingrid hare voorgevel branden indien nodig. Maar kom, hij heeft nog karakter, ook als is het een slecht.

Opmerkelijk bij de start was dat de C-component uit bijna evenveel leden bestond als de rest. Zo besliste de Scalle om met hen mee te rijden omdat hij bij een matchke sjotten op vrijdag iets had horen knappen vanachter in de bil. Als het twintig jaar geleden is dat ge eens deftig op een bal hebt getrapt, dan moet ge van een voetbalplein afblijven! Fietsen kan je tot uw honderd jaar als je een beetje geluk hebt, voetbal, hoewel het een pseudosport is, is nu eenmaal belastender voor lijf en leden. Hij zal de boodschap nu wel begrepen hebben. Maar het siert evenwel zijn gedrevenheid dat hij desondanks aan de start stond en de C-rit vol maakte.

De mix van A en B trok zich kort na de C-vrienden op gang. Het was van in den beginne duidelijk dat het geen wandelrit zou worden. Om kop te mogen en kunnen doen moest in de eerste plaats uw naam al beginnen met een “B”. Bill, Ben en Bisschop namen dan ook wel een groot deel van het kopwerk voor hun rekening. Vooral Big Bill had weer een begenadigde dag. Zijn stage in de Provence had niet alleen een culinaire kennis van de lokale hapjes en tapjes opgeleverd, ook zijn conditie was er blijkbaar op vooruit gegaan. Het moet gezegd, als Bill nog maar het gewicht van zijn rechter been op zijn pedaal laat neervallen zonder duwen is dat al het equivalent van de hoeveelheid watt die wij kunnen duwen met twee benen tegelijk op één pedaal, en dat fietst eerlijk gezegd niet zo makkelijk. Men moest dus al van goede huize zijn om eens op kop te kunnen komen. JS uit M bij A stak even zijn neus aan het venster maar liet zich al vlug terug afzakken naar de achterste regionen van de groep. Alexander, omdat de letter A vrij dicht bij de B, ligt, mocht ook zijn duit in het kopwerkzakje doen. En het behoeft geen verdere uitleg dat als dergelijke klasbakken het kopwerk voor zich nemen, het vooruit gaat als een speer. 

Parcoursbouwer Jo had de rit zo uitgestippeld dat we op de heenweg wind tegen zouden hebben en op de terugweg, de wind in de rug. Maar zelfs met vier beaufort op de kop, ging de snelheid nooit onder de dertig. Sven, de dertig-gemiddelde-fetisjist, was er nu eens niet bij en dat zal hij zich nog lang betreuren. De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat het tempo eigenlijk vrij egaal was, zonder snokken en tempowisselingen. Een pluim aan de voortrekkers dus, hoewel het in de achterhoede vaak “Yves-Lampaert-gewijs skarten” was om iedere keer er een afslag was of een hindernis diende te worden gerond, het gat te dichten.

Zo doorkruisten we een aantal dorpen en gemeenten in de regio Klein-Brabant met wel zeer korte namen als Laar en Leest. “Schoenmaker blijf bij uw Leest!” om nog even aardrijkskundegewijs naar de voetbalblessure te verwijzen die de Scalle in een opstoot van een midlife-crisis opliep. Maar we deden dus ook het vlakke land rond Zemst aan. Blijkbaar wel een prachtige groene regio, waarvan ik evenwel niet veel heb kunnen genieten gezien de snelheid waarmee we daar de vruchtbare beemden voorbij flitsten. Op zich waren er amper meldenswaardige vermakelijkheden onderweg, alleen was er een plasstop die ei zo na een kop-staart-aanrijding veroorzaakte in de staart van het peloton. Maar als Bill zijn water op breken staat, is uitstel geen optie. JS uit M bij A was even misnoegd ingevolge het bruuske pismanoeuver waarna hij door Bill bestraft werd voor zijn commentaar met een extra wachtminuut waarbij wij daar even als fluo flitspalen tussen de smaragdgroene weides stonden te koekeloeren. 

Op de terugweg begon Geert zijn laatste coronabeproevingen ten volle opnieuw te beleven. Hij hing gedurig aan de uitgerokken rekker en Peter en af en toe ondergetekende hadden de nobele ingeving om hem iedere keer uit de wind terug te brengen naar het peloton. Maar een nieuwe rekker houdt het langer vol dan een oudere en in Merchtem net toen wij de C-vrienden in het vizier kregen, brak de veer, neen niet bij Van Veer, maar bij Geert. Hij dook bijgevolg in de buik van het C-peloton en kwam daar weer wat bij zijn positieven. Peter, wilde nog de oversteek maken naar de ondertussen al verder gereden A-troepen, plaatste een demarrage van jewelste, besefte dat de A’s al uit het zicht waren en hij de route niet op de gps had, en waaide bijgevolg weer in de C-groep. 

Verbaasd over hun gezellig keuvelen en lachen en grollen was het eigenlijk meer dan aangenaam vertoeven in het midden van onze genots-groep. De vrouwen kwetterden als lentekuikens net uit het ei, en de mannen deden het kopwerk. Slechts één consumptie na de A’s arriveerden wij ook al bij Ingrid, voor de gelegenheid getooid in strakzittende polo van Anderlecht die zij later op de avond nog zou moeten gebruiken om haar tranen van verlies te drogen. 

Bill, gezien zijn kopwerk, uitgehongerd als een niet meer zo jonge wolf, had zich al mentaal voorbereid op een binge-eating van gefrituurde hapjes en keizekes en salamikes. Maar gezien de afwezigheid van de President, waren de presidentiële hapjes dan ook niet afgeleverd in ons lokaal. Een suikerwafel, al dan niet met chocolade, moest dan maar de eerste honger stillen. De dorst werd echter veel makkelijker gestild. De après-bike kabbelde rustig verder tot wij het wereldschokkend nieuws hoorden dat Kristin geen onderlijfje onder haar koerstrui droeg. Zij werd meteen door Bill op de hoogte gebracht van het belang van onderkleding, dit met het oog op de vochthuishouding tijdens het dalen en klimmen. Ik vermoed dat Kristin het geen volgende keer meer zal riskeren om zonder koersmarcelleken op te dagen. 

Wij hopen trouwens eerstdaags een officiële mededeling en doktersattest te mogen ontvangen van onze President, dewelke zijn onverwachte afwezigheid zullen moeten staven. De oppositie zit namelijk op vinkenslag en een “hostile take-over” zit er onafwendbaar aan te komen op deze manier. Daarom ter afsluiting :”President, herpakt u, alstublieft!”

Tot volgende week!

El Churto