Gelukkig dat we op zaterdag met een klein comité van WTC-leden wat tijd op overschot hadden. Bijgevolg konden we de retrorit van zondag vooraf al eens gaan verkennen en de sympathieke cafébaas van Het Bergenhof in Steenhuize-Wijhuize gaan verwittigen dat er op zondagochtend een (Jean en Hans De) Bondt allegaartje aan wielerzonderlingen op zijn terras zou neerstrijken. Dat onze respectievelijke echtgenotes ons allen dezelfde vraag stelden :”Kunt ge die mens niet via den telefoon verwittigen?” werd ook met hetzelfde antwoord gepareerd :” Ge moet u in uw retrorol inleven, en in dienen tijd waren er nog geen gsm’s en bijgevolg moeten we zelf tot daar rijden, ah ja!”. Daar waren we alle vier goed van tussen gemuisd.
Op onze verkenningstocht moesten we gelukkig niet te veel in het rood of fluo markeren in ons road-book. Alleen dat het in Welle op zondag weer mega garageverkoop zou zijn en dat er in Denderleeuw kans was op regen aangezien we daar toch in een fikse vlaag waren terecht gekomen. De garageverkoop was sowieso te vermijden gezien Peters traumatische ervaringen waarover ik vorige week al uitgebreid heb bericht. Met Claude, alias Claudy en zijn Claudettes spraken we af dat we om 09:45 uur op zijn terras zouden neerstrijken. Fier als een smoorverliefde tiener verwittigde hij ons al dat hij nog maar eens was veranderd van levenspartner. En zijn groot voorbeeld, Frank Vandenbroucke, indachtig had hij het nu ook wat exotischer gezocht en had hij een Filipijnse Carmen Waterslaegers aan de haak geslagen. Alleen, ze was er niet wanneer wij er waren en hij zou haar tegen zondagochtend wel laten opdirken zodat wij zijn madame in vol ornaat zouden kunnen aanschouwen. Zo gezegd, zo gezegd zei een wijs Vlaams komiek ooit.
Op zondagochtend was het dan zover. De meeste van onze wtc-vrienden arriveerden één voor één in retro-plunje en al dan niet met retro-fiets aan ons aller lokaal. Een aantal van ons hadden waarschijnlijk de mail over de retrorit gemist en verschenen in onze dagdagelijkse, ordinaire, fluo-uitrusting. Ja die jonge gasten worden dan ook verontexcuseerd dat ze niet veel oude kaas van de wielergeschiedenis hebben gegeten en bijgevolg ook niet konden verschijnen in vintage-kleren. Dat die gasten, met ons, oude knarren moeten meefietsen, vinden ze al vintage genoeg.
Even was er paniek in onze gelederen, onze über-vintagecoureur, door menig cafébaas Jean VAN Bondt genoemd, ontbrak op het appèl. Gelukkig was zijn kleine broertje Hans, voor de gelegenheid de benen ingesmeerd in retro mayonaise-olie, aanwezig en wist hij ons te zeggen dat de Jean rechtstreeks naar onze tussenstop zou rijden. Wij begrepen volkomen dat hij uitgedost gelijk nen overgedopeerde coureur uit de jaren 50 de trip van zijn hofstee in Balegem naar Meldert niet alleen durfde maken. Jean durft veel, maar zich dertig kilometer alléén belachelijk maken, dat vindt hij er zelfs over.
Wij dus tweeëntwintig man en één retrovrouw sterk op weg naar Steenhuize. Een pluim voor Kristin trouwens die zich in haar zwangerschapsuitrusting van weleer had gehesen, althans in haar truitje was er plaats voor twee Kristins. Bijgevolg moet het wel dateren uit de periode dat ze een borelingsken aan boord had, want Kristin kan nooit zo zwaar geweest zijn in het verleden. De President en Hans VDM showden nog wielerparafernalia uit de rijke geschiedenis onzer club. Hans droeg een wollen truitje afgezoomd met een Franse tricolore, met de toen enige kapitaalkrachtige sponsor van Meldert op de rug. Dat het hier zijn vader betrof, verklaart waarom Hans nog over dozen vol van deze uitrusting kan beschikken. De President droeg dan weer een prachtige thermotrui uit eind jaren tachtig ook met de prachtig foutgespelde clubnaam “De FaLLuintjes”. In die tijd keek men nog op geen letterken meer of min. De Peter was dan weer een jongere versie van Lance Armstrong hoewel hij meer leek op “Floit Landis” en Steven Storms verplaatste zich op een prachtige vintage vélo die bij elke vijf kilometer een ander geluid begon te maken. Dat zijn voorvork in een wel heel rare hoek stond, doet vermoeden dat één van de vorige eigenaars eens vol over kop moet zijn geslagen. Gelukkig voor Steven hield zijn roestig vehikel het tot den arrivé. Pascal droeg de iconische wit-zwart geblokte Peugeot uitrusting en op zijn glanzende retrofiets verdiende hij bijna de eerste prijs. Ondergetekende had zichzelf dan weer omgevormd tot een kruising van Eddy Merckx, Gerry Kneteman én Jan Raas. Had zo een coureur echt bestaan, hij had waarschijnlijk de rest aan flarden gereden én de kannibaal zelf opgegeten. Helaas, ’t is niet omdat ik leek op deze heilige drievuldigheid dat ik ook maar enigszins conditioneel aan de knoesels van deze helden ben gekomen.
In een gezapig tempo trokken wij richting Steenhuize. In Welle konden wij alsnog de garageverkoop vermijden en door Beukelkouter, Iddergem bereiken en werden wij gelukkig niet gestopt door een exemplaar van “De Vriendelijke Seingevers”. In Aspelare werden wij trouwens verrast door wellicht de oudste levende seingever van Vlaanderen. Een overleden seingever zou ons trouwens nog moeilijk kunnen verrassen. Deze krasse knar had postgevat in een bocht van negentig graden waar de “Spaanse tarwe” ons het zicht belemmerde en vlijtig gaf hij ons het teken dat de kust veilig was. Dat hij van in Aspelare kon zien dat het aan de zee rustig was, zal mij wel voor altijd een raadsel blijven (er mag ook al eens een flauw grapje insluipen é).
Na dertig glooiende kilometers lonkte het zonovergoten terras van café Bergenhof al. Wij verwachtten dat Jean daar ondertussen al een vergelijkende studie zou hebben gemaakt van de borstomtrek van Filipijnse cafébazinnen met die van de Vlaamse waardinnen, maar van onze retrovriend was er nog geen enkel spoor. Zijn broer Hans nam dan maar zijn bakkelieten telefoon ter hand en stuurde een noodoproep het luchtruim in. Gelukkig was Jean maar op twee kilometer verwijderd en arriveerde hij kort erna in vol ornaat met de zonnestralen op zijn prachtig gerestaureerd koersmasjien. Als er enen af-af was, was het de Jean wel. Zelfs zijn Rodania horloge was een vintage exemplaar.
Ondanks het vroege uur, waagden een aantal van onze retro-randoneurs zich al aan Pater Lieven van ’t vat. Naar ’t schijnt goed voor de kop maar slecht voor de prot. Er moest nadien dan ook wel een plasstop meer worden gehouden dan anders op de terugweg. Gelukkig voor Kristin heeft zij zichzelf getraind in het zich lang ophouden want Dixies of Toi-tois zijn we niet meer tegengekomen.
Op de Grote Markt van Aalst werden alle remmen nog eens dicht geknepen. Alleen de van JS uit M bij A weigerden aanvankelijk dienst aangezien hij nogal gepresseerd was omdat zijn uitgangspermissie van zijn penitentiair verlof verviel op het middaguur. Als voormalig dopingzondaar dient hij zich dan ook aan strikte voorwaarden te houden. Desalniettemin werden we ter hoogte van de “Zwette Maan” nog eens op de zeer gevoelige plaat vastgelegd. De nieuwe wederhelft van Hans, had zich op het terras van de Graaf Van Egmont in hinderlaag gelegd, haalde haar grof geschut boven, en schoot plaatjes dat het een lieve lust was.
Na al dat geposeer ging het uiteindelijk richting Meldert én ons vintage lokaal waar we onze glimmende fietsijzers in de al even vintage garage moesten stallen. In de zaal werd namelijk een pas gedoopt borelingsken gevierd. Ons Els, halven trouwboek van Billy The Kid – een bijnaam die trouwens in zijn fietskader is gegraveerd – had zowaar een arsenaal aan aperitiefversnaperingen mee. Gelukkig maar want met onze suikerwafels moesten we eerst naar de barbier in Baardegem, zo veel haar stond erop! Nu begrijpen we waarom de President eenmalig niet mee kon naar het lokaal omdat hij zogezegd dringend naar een feest moest. Ons opgezadeld met retro suikerwafels ja! Als iedereen de voedselvergiftiging overleeft zouden we volgende zondag naar het autoloze Brussel rijden. Hopelijk geraken we er vlot en hebben we daar op de kruispunten af en toe eens groen licht want naar het schijnt kleurt alles daar donkerrood.
Tot volgende week voor de laatste officiële rit van het seizoen!
El Churto