De clubfoto, staat normaal gezien altijd gepland in het begin van het seizoen. Alleen, dit seizoen lukte het niet ingevolge externe omstandigheden van buitenaf : dan was het weer te slecht, dan was er te weinig volk, dan was de fotograaf er (dikwijls) niet, dan was het congéperiode, dan was het café in verbouwing en stond er een stelling op de foto, kortom het zat allemaal wat tegen. Daarom dus dat de foto nu genomen werd op de laatste rit van het seizoen, wat uiteraard veel logischer is, omdat dan iedereen op zijn scherpste staat, strak is afgetraind en als gegoten zit in het mooie fluo fietskostummeken. Dat er maar elf leden op de groepsfoto stonden, klopt eigenlijk niet, er stonden er nog zes meer op maar het waren niet van de grootste en die stonden dan nog op de tweede rij ook. We stonden ook voor Ingrid, die bijgevolg ook niet te zien is. Het langste nog levende, “actieve” lid, Hans, staat er ook niet op omdat hij het gewoonweg vergeten was. Hij zal wellicht wel op de nieuwe uitrusting komen te staan. Dat brengt meer op! Allez voor ons dan toch…
De President, nog steeds in zak en as na de diefstal vrijdag van zijn bolide uit zijn garage, bood zich ook aan, voorzien van een frigotas, gevuld met lekkers voor na de rit. Mocht degene gespot worden die op Frankie zijn vélo rondrijdt, mag hij zonder arreteren, gewoon den décor ingereden, gestampt of geduwd worden, zonder weliswaar enige schade aan Frankie zijn koersmasjien te berokkenen, uiteraard. Wie iets opmerkte van de diefstal en/of de dief, die wellicht op vrijdag via de Abrahamsweg het domein van Frankie op sloop, mag dit onverwijld aan Frankie zelf en aan de flikken van Aalst melden. Hopelijk hebben die mannen van De Spaak van Baardegem een goed alibi of ’t zal hun besten dag niet zijn!
Bij het fotomoment dat toch ook wel wat ludiek verliep deze keer en er eens vollen bak uit den bol mocht worden gegaan voor de “zotte” foto, gingen wij toch wel allemaal ewa schuin staan zeker! Amai, als dat niet gedurfd was, dan weet ik het ook niet meer. Er werd ook besloten ende beslist dat er gezamenlijk en in één groep ging gefietst worden, tot groot jolijt van Stefano di Longo die bijgevolg meer kilometers kon malen op zijn prachtige nieuwe gravelbike. Hij zal er nog veel (kuis)plezier aan hebben deze winter! Met ons elftal trokken we dan ook richting Heek. Blijkbaar is dit een gehucht van Bornem en ligt nabij Hingene. Het is eigenlijk zoiets als Kokerij in Meldert of Steven in Moorsel, het bestaat niet op zichzelf maar het is er wel al lang. Aangezien we noordwaarts fietsten stonden er dan ook amper hoogtemeters op het programma, wel zonnige dreven waar de herfstzonnestralen magisch door de bladeren vielen, rustige lanen, prachtige kastelen en eeuwenoude kasseistroken.
Een hoogtepunt van de rit was de dreef naar het Kasteel van Ursel. Voor het eerst in onze geschiedenis van de WTC mochten wij dit prachtige waterkasteel van aan de voorzijde bewonderen. De naam Ursel komt trouwens uit de jaren 1700. Graaf Marcel, door zijn gravin steeds liefkozend “Sel” genoemd, had de slechte gewoonte van met zijn copains te blijven hangen in den herberg “In de dikke tet” en als hij dan weer eens veel te laat thuis kwam zei de gravin steeds :”Is dat nu nog een Uur, Sel?”. En aangezien de bedienden dit zo vaak hoorden en dit verder vertelden, werd het kasteel dat zij bewoonden, het Kasteel van Ursel. Voilà, voor het laatste verslag nog rap wat geschiedenis én cultuur, gratis en voor niks. Dank u Kurt! Geen dank!
Naast het park van het kasteel, lag er wel een lange kasseistrook, die met graagte en met de zieke Jos Kassei in gedachten, verorberd werd, want zo slecht lag het er nu ook weer niet bij. Eens de kasseistrook voorbij, was het tijd om “Paken ne keer te laten drinken”, voor de niet-kenners, dit is vakjargon voor : “Eens met de kleinen naar de Waterfeesten te gaan”. Bij het standbeeld van De Zaaier, broer van de Maaier, werd de extra bal-last afgeworpen. Katrien zocht even de vrome stilte van de achterzijde van een kapelletje op, en op een ik-en-een-gij was zij ook weer klaar om haar positie in het peloton in te nemen. Via de kleine steegjes en straatjes van Wintam en Eikenvliet, zonder ook maar één blik te werpen op de Schelde die nochtans in de buurt stroomde, draaiden wij onze steven richting Meldert.
Het zwaartepunt van de rit lag echter deze keer op het einde. In Asse moest eerst nog Koereit, aka ’t Stèt, worden beklommen. Maar gezien het gezapige tempo van onderweg leverde dit voor niemand problemen op. Hoewel, Joris had blijkbaar wat diep in zijn verstandelijke vermogens moeten tasten, want op het moment dat we opnieuw aanzetten om te vertrekken, riep hij dat er nog twee achter waren. Snel telden wij onze gelederen, en wij bleken reeds met elf, waarna Joris tot de constatatie kwam dat de twee achterblijvers er al waren. Tijd dus om de inwendige mens wat te versterken, maar eerst passeerden we nog aan twee trouwe sponsors waaronder Geert Loomans, momenteel onder vlag van het Hollandse ZAAF opererend, en sponsor “n’ Oizeren” aka Dirk Van Achter, die niet op zijn oprit stond want hij was vanachter. Met ware doodsverachting doken wij de Lepelstraat naar beneden en met enige dorst, fietsten wij het volle en zonnige terras van Stinne voorbij in de wetenschap dat het bij Ingrid ook koekenbak ging zijn. Hoewel de koeken bleken gebakken op een andere plaats, en op ons eigenste terras deden we het met de traditionele “keizekes en salamikes”. Tussen pot en Orval werden al snode plannen gesmeed voor de kroegentocht van komende zaterdag en werden er herinneringen opgehaald uit de tijd toen we nog jong en knap waren, terwijl we nu enkel nog knap zijn. Uiteraard zal niets van hetgeen op de kroegentocht gebeurt, het wit van het papier zien. Wat “happens on the Tour of Pubs, stays on the Tour of ups” of azo iets.
Dan rest er mij enkel nog het prachtige seizoen af te sluiten met een woord van dank aan onze President voor zijn ongebreidelde inzet. Volgend jaar bestaan we 50 jaar en het is vooral dankzij hem dat we na de jubileum van 40 jaar ook die van 50 halen. Dat we volgend jaar dan ook een uitzonderlijk exploot uit ons koersmouwen gaan schudden, staat nu al vast. Meldert-Carcassonne wordt wellicht een memorabel avontuur dat ons nog jaren zal heugen. In ieder geval, aan alle lezers ook een merci om toch zo massaal ieder week mijn nonsens te willen lezen en hopelijk tot volgend seizoen!
El Churto