Negen graden celsius gaf de thermometer aan op deze zondagmorgen, en dat op 24 augustus! Maar desalniettemin deed de stralende ochtendzon de zin in de geplande rit toenemen gelijk de goesting in een “komme mosselen mè friet” als avondeten. Maar om dergelijke caloriebom te kunnen verwerken zonder dat alle vettigheden zouden blijven plakken, moest er eerst gefietst worden. “Anticiperen” noemen ze dat in het wieler-en ander jargon. En dat er zou kunnen geanticipeerd worden, bleek voorafgaandelijk uit het profiel van de rit die op stapel stond. Wat er nog op stapels stond was den ouden brol waarmee onze copain Scalle twee grote containers aan het vullen was en bijgevolg verstek moest geven voor de rit. Wellicht moet de helft van de wtc hem onverwacht ter hulp geschoten zijn, want aan de start stond amper 7 man en geen enkele dame.
De B’kes werden enkel vertegenwoordigd door André die na de start hardgekookte eieren voor zijn geld koos en afsloeg in de Putstraat, wellicht op weg naar huis, althans dat dachten wij. Op Strava bleek dat hij toch ook 80 kilometer achter de kiezen had, weliswaar op een zelf gekozen, eerder vlak parcours. Dat was op de rit van het A-team even anders. Bergop-bergaf en opnieuw bergop zou het worden. In zoverre dat Geert zelfs uit zijn bed was geraakt als rasechte klimmer, niettegenstaande hij op zaterdagavond nog “headbangend” werd gespot op Marktrock. Zo ook de President, maar hij heeft wellicht met zijn “head” ergens tegen “gebangd” want hij was niet aanwezig bij de start.
Ook de Jelle stond er niet om 8:30 uur maar hij sloot aan op het industrieterrein van Ternat na een helse achtervolging waarbij hij zijn dikke winterjas al wijdopen had moeten zetten aangezien de temperatuur stilaan naar de 20 graden aan het kruipen was. En aangezien de conditionele piek van de Jos nog verre van voorbij was, werd er van in het begin al serieus op mekaars “asem” getrapt. En dat zou niet voor het laatst zijn geweest. Peter kon trouwens van meet af aan de Jos bijbenen doch besliste na een tijdje het spelletje van “doodnijperken Jos” niet meer mee te spelen omdat hij vreesde tegen een serieuze conditionele uppercut te lopen. De rest van ons gezelschap had al eerder opgegeven Super Jos te volgen.
Omdat we door hadden, dat met Jos op kop het tempo twee tot drie per uur te hoog was, beslisten Kris DB en ondergetekende dan maar op kop te rijden zodat de rust in ons klein peloton zou wederkeren, hetgeen dan ook gebeurde, voor even dan toch. Op de heenweg lieten we ons toch vangen aan de lichte rugwind, en werd het tempo redelijk strak en voor ons doen hoog gehouden. Tot ons lieven heer, bij afwezigheid van de President, het tijd vond om Jelle te straffen voor zijn laattijdige te laatkoming. Een put in de bestrating kon door Jelle niet meer ontweken worden en bijgevolg reed hij achteraan lek. Onmiddellijk zette hij zijn koersmachine ondersteboven en toverde weer een gans fietsherstelatellier uit zijn toverkabas. Dat hij zijn ketting eerst achteraan op het kleinste kamwiel moest leggen, zorgde voor wat verwarring aangezien zijn vélo op zijn kop stond en links dan plots rechts werd, en groot klein en omgekeerd, of azo iets. Gelukkig schoot gediplomeerd fietshersteller Kris DB ter hulp en werd de band middels wat hulp van de kleine minicompressor vrij snel vervangen én opgepompt. En wijlen weer weg.
Los door het prachtige Pajottenland ging de rit, tussen groene, golvende weides, over met goudgeel graan getooide heuvels en langs prachtig, gerestaureerde herenhoeves. Allez, zo zal het wellicht wel geweest zijn maar door het strakke tempo en de beken zweet die pikten in de ogen, hebben wij van al dat prachtigs bitterweinig kunnen genieten. Net voor het keerpunt, in de buurt van Kasteel Ter Rijst, konden we even aanpikken bij twee strak afgetrainde conculega’s en konden we ons een kilometer of twee in hun wiel zetten, tot wij linksaf moesten en wij Meldertwaarts keerden. Maar in de buurt van Beert, bleek echter onze uitgestippelde route te zijn versperd, door wegenwerken, althans dat dachten wij. Wij beslisten dan maar verder te rijden en omheen de versperring te fietsen, maar de volgende straat in de goeie richting was afgesloten, de daaropvolgende ook en de daaropdaaropvolgende eveneens! Ondertussen waren we al een kilometer of twee uit de richting en toen we uiteindelijk weer in de goeie richting reden, bleek er in het dorpje Beert een gigantische tent te staan naar aanleiding van “60 jaar Beert kermis”, en daarvoor moesten wij zo ver rondrijden. Die Beertenarezen zijn “ska jongens” als ge het ons vraagt. Maar de Jos zijn gps zette ons weer op de geijkte route.
Al gauw doemden de bossen rond het Kasteel van Gaasbeek op en voorspelde de Jo dat het volgende te nemen baantje, wel heel slecht lag. Met knikkende knieën en met de prot toegeknepen, sloegen wij rechtsaf en wat bleek….ze hadden gans de baan heraangelegd met zachtlopend, putloos asfalt! Was dat genieten zeg. De eerlijkheid gebiedt mij wel te zeggen dat we daarvoor even hadden moeten proeven van verpulverd Pajots beton. Een weg die door de velden slingerde was blijkbaar aangetast geweest door de sproeistoffen van de lokale bioboer en had het wegdek herschapen in één langgerekte aaneenschakeling van putten en losgekomen betonbrokken. Gelukkig was het maar 500 meter lang en zonder enige averij, omzeilden wij ook deze Pajotse klip.
Dan was de tijd gekomen om wat te spelen. De Rustberg moest namelijk beklommen worden tot aan Remco zijn lokaal en nog hoger. Hier werd het melkzuur al voor de zoveelste keer naar de benen gepompt. Maar op de lange rechte betonafdaling richting Bodegem werd de gas voor het eerst flink openegedraaid en het zou niet de laatste keer zijn deze zondag dat iemand het vuur aan het lont stak. Net voor Vrijthout in Asse haalden wij een koppeltje op koersfiets in waarbij de dame van de twee, redelijk strak in het pak zat en getooid was met een blonde paardenstaart. Bijgevolg werd alles in het werk gesteld om toch maar geen gezichtsverlies te lijden bij de beklimming van Vrijthout, deze blonde dame mocht ons kost wat kost niet inhalen. Gelukkig bleken we haar wat overschat te hebben maar moesten wij dit bekopen op de volgende helling naar het Zwembad van Asse. Daar deden de spierkes pas pijn en brandden de longskes alsof we hete rook hadden ingeademd. Eens op Steenweg in Asse, nestelden Kris en Jos zich op kop en werd er geflirt met de 40 km/h, gelukkig werd er wijselijk besloten om wat veiligheid in te lassen, en werd er op het drukbereden fietspad in de Putstraat wat van de snelheid afgedaan. Zo bereikten wij toch allemaal moe maar voldaan Ingrids terras. Rufin werd terstond uit zijnen dingen, euh maxicosy geroepen en schonk onze glazen meer dan eens vol, hoewel het aanvankelijk leek alsof wij WTC De Gino’s waren ipv De Faluintjes. Vijf van de zes bestelden namelijk deze cocktail van Gini en Spa Bruis.
Plots hoorden wij nog het ratelen van een topfiets in het gangsken aankomen gesnord en wie draaide daar het hoekje om? Onze copain Jean begot! Hij zag er wederom stralend uit, niettegenstaande hij beweerde nog steeds last te hebben van de gevolgen van zijn “tikker-incident”. Hij had nochtans 70 kilometer gebold en op voorschrift van Professor Brugada, bestelde hij zich rap een Orvalleken. Tja, als een professor zegt dat het mag, wie is de Jean dan om zo een geleerde tegen te spreken? Content dat onze copain weer in onze middens vertoefde kabbelde het naar 13 uur toe en scheidden onze wegen voor weer een week. Wellicht zal er volgende week wat meer jong en oud geweld aanwezig zijn.
El Churto