Stilaan sijpelen de leden waarvan het welverdiend verlof erop zit, terug naar de heimat. Gedaan met trips naar New York, Albanië, Bretagne, Zakinthos, Italië en noem maar op. Er zijn er nog wel een paar die aan het genieten zijn in de Provence, Indonesië en de Dodentocht in Bornem, maar deze zomerse zondagmorgen stonden we toch alweer met 13 aan de start. Van deze 13 waren er echter twee die zich met een daglicentie als gastrijdster hadden inschreven. Geert had namelijk twee van zijn drie dochters zo ver gekregen dat ze de ochtendlijke bedstee hadden verlaten, zich in hun fietsplunje hadden gehesen en zich vol goeie moed bij ons voegden.
Even had ondergetekende een flashback naar twee zondagen geleden, toen vrouwlief ook zo moedig was om na een drietal jaar de koersfiets te bestijgen en mee te fietsen met de club. Na een twintigtal kilometer was het echter duidelijk dat het tempo en de technische passages nog iets te hoog gegrepen waren en beslisten wij van met twee verder te fietsen. Gevolg…valpartij van vrouwlief, ambulance, spoed, gebroken elleboog rechts én gebroken pink links…Miserie, miserie, miserie om het met de wijze woorden van Fernand Costermans te zeggen. Ondertussen is ze letterlijk aan de betere hand (machtige woordspeling) maar nog niet aan de betere elleboog.
Maar de dochters van Geert zijn van geen kleintje vervaard en bestegen onlangs nog Alpencols met vaderlief. Dat mocht dus geen probleem worden, en inderdaad, onderweg bleek dat zij wel al iets gewend waren op de fiets: zonder handen een papieren zakdoek uit de verpakking halen, check, mee klimmen met de besten, ook check. Daar hadden we dus geen omzien naar.
Deze zondag was het ons lot om naar het Vlaams-Brabantse “Lot” te fietsen. Met het weer hadden we alleszins al het grote lot gewonnen, want ’s morgens scheen Laura al fel op onze prachtige clubhelmen. De President verborg voor de start in den duik nog rap een felrode plastiek zak in Dingen zijn garage en liet ons gans de rit in spanning wat daar wel mocht inzitten, maar daarover straks meer als ik het niet vergeet.
Via Essene ging het naar Ternat waar we al snel de zeer rustige fietsostrade volgden richting Schepdaal en de IJsberg. Eens in de glooiende beemden van het Pajottenland was het zalig fietsen, op en af ging het tot aan het kanaal Brussel-Charleroi waar we overstaken middels een prachtige nieuwe fietsersbrug. Vervolgens volgden we het kanaal richting Charleroi over een breed en vlot berijdbaar jaagpad. Maar net voorbij Ruisbroek moesten we het kanaal kruisen en een stuk op de andere oever terugfietsen. Niettegenstaande bij het creëren van de rit de parameters op “Koersfiets-mooiste-kassei vermijden” stonden, en dat meestal wel perfect wordt opgevolgd, kregen we nu een tweetal kilometer kassei voor de wielen. Wellicht was het een strook uit begin vorige eeuw en behoorde het tot het cultureel erfgoed, maar onze prostaat is precies toch niet zo aan cultuur. Geert zakte door de groep als een mes door warme boter, want naast zijn allergie voor huisstofmijt heeft hij nog veel sterkere allergische reacties bij kasseien. Onmiddellijk verkrampen de handen en wegen de benen een ton per stuk, althans zo lijkt het toch. Maar gelukkig voor hem en voor de rest lag deze strook er verbazingwekkend goed bij. De graszoden tussen de kasseien gaven het eigenlijk nog een authentieke aanblik.
Na de kassei kwam een strook goed berijdbaar gravel en na een korte versnaperingpauze nestelde Geert zich op kop met de President. Beiden raakten zodanig in vervoering van dit antieke jaagpad, dat ze de afslag gewoon negeerden en bleven rechtdoor fietsen. Met een zevental namen wij echter wel de juiste afslag en na even te hebben gewacht op onze verdwaalden, werden de troepen opnieuw herenigd. Nu dienden we de ene glooiing na de andere te overwinnen en op de Rustberg werd er nog eens als vanouds gedemarreerd. Kris DB stak de lont aan het vuur van kop af, ikzelve zette me in zijn wiel en wanneer Kris plafonneerde, kwam ik eruit om even later ook te parkeren waarna Jos als de Stier van Meldert iedereen het nakijken gaf. Peter kwam ook nog hijgend voorbij en excuseerde zich omdat hij helemaal uit de achterhoede had moeten komen. Tja, parcourskennis in de klassiekers is van groot belang, en misschien zaten al zijn hamburgers die hij willen nillens had moeten verorberen in The Big Apple er ook voor iets tussen. Hij weegt nu wellicht de volle 61 kilo in plaats van 60.
Maar de klim bleek nog niet voorbij en na een kort rustmoment werd er weer aangevallen tot het melkzuur op het asfalt spatte en door de hitte onmiddellijk boter werd. Gelukkig keerde de rust hierop terug in het peloton. En werd er gezamenlijk binnen gereden, eerder buiten gereden, op het terras van ons lokaal. En daar was men de laatste hand aan het leggen aan de voorbereiding voor een historisch feest : 40 jaar café Bij Ingrid, 25 jaar getrouwd met Rufin die ook nog eens 75 was geworden en ons “klein”, Naomi’ken die één jaar was geworden en er bovendien nog een broertje of zusje bij krijgt. Reden te meer om gans het weekend te feesten, met een openluchtoptreden, springkasteel, belegde sandwiches, koffiekoeken, patékes, paella, ballekes in tomatensaus en noem maar op. En dan haalde de President zijn rode zak ook nog eens boven. En neen, er zaten geen “keizekes en salamikes” in, neen het waren begot iets minder goed verteerbare kousen van “Wtc De Faluintjes”, een kleine attentie van de club die ten zeerste geapprecieerd werd door alle aanwezigen en achteraf wellicht ook door de afwezigen.
Rufin had zich speciaal voor het grote feest “opgetalloord” met een paars, zomers hemdje. Maar dat zij hem de bruids-en verjaardagstaart naar achter lieten brengen was misschien niet het beste tactische plan, want zijn buik had toch wel even van de crème-crèche willen proeven, met als gevolg, camouflageplekken, ter grootte van Rusland op de wereldkaart, sierden zijn purperen “chemise”. Gelukkig was hij alerter bij het bestellen dan bij het wegzetten van de taart, want we hoefden niet lang zonder sportdrank te zitten. Dat mag trouwens bijna letterlijk worden genomen want iedereen is in volle voorbereiding voor de monsterrit van aanstaande vrijdag! Dan zou het er toch van komen : Meldert-Meldert-Meldert-Meldert, 185 kilometer lang, zit er opnieuw aan te komen. Hopelijk strooien de tropische hitte, of orkaankrachtige onweren niet opnieuw roet in het eten! Come and see next week!
El Churto