Van de Champagne naar de Alpen…

Na het lange weekend van vorige week was het tijd voor weer een lang weekend en hét signaal om eens de beentjes te testen. Eens voelen wie er, behalve de deelnemers op het champagneweekend, in het zwart was gaan trainen om geen mal figuur te slaan tegenover de afgetrainde mousserende wijnenzuipers. Daarom werd besloten ende beslist een rit in te lassen naar de dichtsbijzijnde Alpencol, Den Berendries. U gaat nu waarschijnlijk bezwaarlijk opwerpen dat deze heuvel geen Alpencol is! En wat doet de Stappers Alm dan op Den Berendries? Moest het geen col van betekenis zijn in de Alpen zou dienen brave mens nooit of te nimmer aan een vergunning geraakt zijn bij de De Croo-clan om daar een Alpen Stübe te vestigen. Dus kritiek bij deze volledig vakkundig weerlegd.


Misschien was het de dreigende lucht, of misschien was het de 4 Beaufort, misschien was het de vrees voor de bergstormen, maar we stonden deze zondagmorgen slechts met 13 aan de start. Van het B-team bleken enkel Katrien en André aanwezig, maar Katrien besliste om de 80 km te rijden als voorbereiding op haar deelname aan de Marmot. Voor de niet-kenners, de marmot is een bergdier en er werd ook een uitgestippelde, strak georganiseerde toerrit naar genoemd die de deelnemers over heel wat cols voert. En aangezien Katrien haar echtgenoot, ge weet wel, dienen van De Vliegende Spaak, trouw gaat vergezellen om hem hier en daar wat moreel te ondersteunen als hij het even niet meer ziet zitten, besliste ze on the spot om met de A’s mee te fietsen naar Den Berendries. André vertoefde ook nog even in het zog van de A-rijders maar nog voor de Gotegemstraat sloeg hij af.

De Gotegemstraat was al een kleine opwarming voor hetgeen nog komen moest, deze verkeersluwe ader in kassei is obligate kost wanneer wij richting Vlaamse Ardennen fietsen. Daar worden de loszittende onderdelen des fiets al volledig losgerukt en komen ze terecht in de berm. Het was vooral uitkijken om zelf ook niet in de berm terecht te komen, gezien de staat van het wegdek. Maar iedereen haalde het zonder kleer-of andere scheuren. Ondertussen zat de wind vol op de neus en was Katrien danig aan het “chaufferen” met haar regenhesje aan. Ze zou het pas in de Vlaamse Ardennen net na het Vossenhol uittrekken, net als de echte die hun jasje pas uittrekken als het er begint om te spannen. Want ze niet had uitgetrokken, was haar babbelbox! Een ganse rit, behalve op de zwaarste klimmen, was het een gekwetter van jewelste. Zelfs de lentevogels deden er het zwijgen toe van zo een enthousiasme.


Wie minder enthousiast was, was ondergetekende, nu ik vorige week afscheid had moeten nemen van een vriend, een Chinese vriend, die gedurende vijf jaar geheel illegaal bij ons thuis onderdak had gevonden. Nu hij besliste om te kiezen voor een ander geslacht en zich een grote scheur had aangemeten, heb ik moeten beslissen om de samenwerking te stoppen. Bijgevolg ben ik nu aangewezen op een oude Italiaan zonder blitse schijfremmen en elektronisch geschakelde versnellingen. Een ganse rit werd de oude knar spottend aangekeken door de flashy en hippe racebolides van de andere leden. Het respect voor oude krijgers is dikwijls ver te zoeken onder de youngsters. Maar geen nood, krakende wagens lopen het langst en op een oude vélo leert men het beste rijden, zei mijn grootvader zaliger af en toe.

Maar laat deze kleine ontboezeming ons niet weerhouden van de kern van de zaak, de schoonheid van de streek waar wij doorfietsten. De jagende, donkere wolken gaven het landschap nog wat meer dramatiek en soms leek het wel alsof wij met de teletijdmachine van professor Barabas honderd jaar teruggevlogen waren, want sommige hoeves, knotwilgen, paden en smalle wegen moeten er toen ook al gestaan en gelegen hebben. Tot er dan één of andere blitse CEO met nen dikken elektrische bak vanachter de hoek kwam gescheurd en ons weer naar anno 2025 flitste.

Bijna in Michelbeke doken wij eerst het Vossenhol nog af, dan weer even omhoog om ook de Elverenberg naar beneden te duiken zodat we aan de voet van de Kasteeldreef, Michelbeke binnen reden. Hier werd nog een lusje getrokken met heel wat hoogtemeters om te kunnen passeren aan de respectieve arbeidershuisjes van Herman en Alexander De Croo. Ook ter ere van mijn oude Italiaan waar ik op reed, passeerden we aan brouwerij Hedonis waar ze Ouden Duiker brouwen, en zo kwamen we aan de voet van de Berendries. De ranke flyers onzer gezelschap stoven omhoog op hun kinderverzetje en de krachtpatsers met een kilootje meer, nestelden zich in de buik van de bus. Niemand moest voet aan de grond zetten en ook niemand moest op de top gereanimeerd worden. Katrien vond dat ze met heel wat overschot naar boven was gereden waaruit ze besloot dat ze volledig klaar was voor de Marmot. Uiteraard was op dat moment enige zelfrelativering haar compleet vreemd. 

Van dan af hadden we de strakke wind vol in de rug en vlamden wij De Vlamme op als was het een bergaf. Niemand moest zich daar ter ruste leggen in het woonzorgcentrum op de top. En van daar af aan ging het vooral bergaf en kon het beperkte gemiddelde van de heenreis nog danig worden opgekrikt. Hier en daar was het zelfs op de tanden bijten om het wiel van de voorligger niet te lossen. Maar zelfs de laatste klim naar de molen in Erpe-Mere deed niemand nog pijn, in vergelijking met hetgeen we achter de rug hadden was dit dan ook niet meer dan een molshoop.

Ook de obligate stormloop op de Affligemdreef kon niemand nog uit zijn lood slaan en eens aan het Kozakkeshof zwaaide Katrien ons uit en ging ze nog rap een zevengangenmenu voor Alexander zijn vaderkesdag in elkaar boksen. Gelukkig had ze zijne wortel ’s morgens al geschraapt, dat was ook weer wat tijd gewonnen. De rest van ons moest het met iets minder doen dan de haute-cuisine van Katrien, hoewel de president weer zijn best had gedaan met een ruime keuze aan winegums en kèzekes en salamikes. Onder een flauw lentezonnetje en strakke bries werd nog even de rekening van het champagneweekend ter discussie gebracht, maar daar moest amper worden over gediscussieerd aangezien het tegen een prix d’amie was. Yves die niet had kunnen meegaan omdat zijn nieuw samengesteld gezin een communicant rijker werd, voorspelde zijn afwezigheid voor 2026 al om dezelfde reden. Hij zal dan ook weer gemist worden, want als er enen is die met zo weinig training zo vlot meerijdt dan is het deze klasbak wel. Hij krijgt voor deze zondag dan ook de prijs van de strijdlust terwijl Katrien leidster werd in het vrouwenklassement. De bollekestrui gaat uiteraard naar Peter, Jos de puntentrui, de Scalle de pintentrui. Voilà, tot volgende week met meer weer, en andere dinges…


El Churto.