Op zaterdag had Lotte Kopecky zich nog eens lekker vanouds laten ringeloren door een ploegtactiek die er opnieuw geen was. Ze moest al haar talent en capaciteiten in de schaal werpen voor de Nederlandse Lorena Wiebes die amper kon volgen op de kasseien van Parijs-Roubaix. Bijgevolg, Pauline Ferrand-Prevot schoot de oppergaai af en ons Lotte liep dankzij de oerdomme ploegbeslissingen een nieuw monument mis. De madammen mochten trouwens hun rondje kasseistampen afwerken onder een stralende zomerzon. Zo mocht een tweekoppige delegatie van de WTC aan den lijve ondervinden aangezien zij met hun camper het Vlaamse dorp hadden vervoegd ter hoogte van Pevelenberg.
Voor zondag voorspelden ze andere koek, mogelijk regen, wind en frisse temperaturen. En wie rijdt er ook op zondag? Juist, wij, van de WTC. Uiteraard iets minder genereus betaald dan de profs en bijgevolg toch ook met wat minder goesting bij het opstaan aangezien het buiten lekker nat en winderig was. Hier en daar een crisisoverleg en na rijp beraad werd het kaf van het koren gescheiden. De ouderlingen, of althans de leden die zich aldus voelen, ruilden hun koersplunje in voor een zwembroek met lange pijpen en doken samen met de andere OKRA-leden het water van Aquatopia in. Achteraf werd er tijdens het breien en crocheteren nog gezellig nagekaart in de cafetaria van het Aalsters waterpretpark.
De echte flandriens onder de WTC’ers sprongen wel in hun lycrabroeken en op hun fiets en zetten door weer en wind koers naar het lokaal. Niettegenstaande de gure windvlagen en de plensbuien daagden er 13 leden op om hun “echte” tanden te zetten in een toer die ontworpen was door een afwezig OKRA-lid. Die hebben dan ook meestal geen “echte” tanden meer om ergens in te zetten.
Het B-team scoorde deze zondag in aantal zelfs meer dan het A-team, met zeven daagden zij op waaronder Katrien, die wel toegaf dat ze niet had gezien dat het ging regenen. Ook Yves Roggeman, wiens lever na een sterke tijdrit op het “Slagerfestival” was gerecupereerd na een week overuren te hebben gedraaid, stond ook aan de start. Rugzaktoerist Jelle probeerde bij het B-team een opkomende valling uit te zweten, Dirk kwam zijn laatste nieuwe aanwinst showen, geen pint maar een prachtige nieuwe gravelbike, Stefano Di Longo’s rugproblemen waren verholpen door een straffe epidurale waardoor hij ook wat valling had opgelopen en André’s ambities om nog eens clubkampioen te worden werden extra in de verf gezet aangezien hij er ook bij was, komende uit het verre Kobbegem.
Zijne Presidentiële Hoogheid had zich vooraf verontschuldigd omdat hij in het Instituut voor Tropische Ziekten en andere Aandoeningen moest worden geïnjecteerd tegen tektonische plaatverschuivingen en andere natuurrampen die zich mogelijk in de nabije toekomst kunnen voordoen in het verre Vietnam. Niet dat hij daarheen gaat om te koersen, maar een klim van de Muur van Bangkok met een riksja staat zeker op zijn programma de komende drie weken. Aangezien hij dan ook niet kon voorzien in kazekes en salamikes had hij dat gedelegeerd aan Jokra, op het gevaar af dat hij alleen gemixte aperitiefhapjes zou aanschaffen zoals zijn vrienden van de bejaardenbeweging ze het liefst hebben.
Wie wel opnieuw bij het A-team aansloot, was de immer aimabele kopman Scalle. Na een wekenlange inactiviteit omdat hij op zijn werk wat te veel met zijn ellebogen had gewerkt, kon hij opnieuw aansluiten. Hij moest onderweg wel toegeven dat hij veel sessies zonder handen op zijn rollen had afgewerkt tijdens het bekijken van alle Emanuelle-films waaronder ook Black Emanuelle. Enkel de film “Three Black Pussies in the Dark” had hij niet uitgekeken, er was dan letterlijk ook geen bal in te zien! Maar dat de Scalle bij zijn debuut het gure weer trotseerde en trachtte de Jos, in topvorm, bij te benen, was meer dan bewonderenswaardig. Een pilsken of twee na de rit was dan ook meer dan verdiend.
De rit ging trouwens richting Steenhuize-Wijnhuize meer bepaald naar de Poggio van het Noorden. Aanvankelijk werd samen gestart met het B-team, maar in de afdaling van de Affligemdreef had de parcoursbouwer bij wijze van grap voorzien dat zij al moesten afslaan in de Bosstraat en het A-team op de Zandberg waarna er een samensmelting was iets verderop op Jagershoek. Eens aan rond punt Churchill werden de wegen echter weer gescheiden en zette het zestal van het A-team koers richting de bergen rond Aspelare. Met de wind strak op het voorhoofd, spatwater in de ogen, modder in de mond en een bilspleet gevuld met regenwater en zand, werden de laatste buien van de dag getrotseerd. Stilaan zacht garend in een te warme regenjas, kregen wij de eerste heuvels voor de wielen. Eens in Woubrechtegem, na een bijna aanrijding met een patserige Range Rover die van geen wijken wilde weten, hield de regen het gelukkig voor bekeken. Vlug werd de regenfrak geruild voor het fluo gele van de uitrusting en konden de huidporiën weer vrijelijk ademen. Even keerde een brok van nostalgie zich eens om in onze keel wanner wij eerst Het Wijnantshof, waar studiemeester Hitler nog portier was geweest, en daarna de Witte Hoeve, passeerden. Eertijds kwamen de wilde boerenzonen-en dochters hier hun gloednieuwe John Deere tracteur showen op de parking wanneer zij op zaterdagavond uitgingen. De gps van Kris DB kon ook zo veel nostalgie niet aan en weigerde juist te navigeren, pas na 30 kilometer had Kris door dat hij de verkeerde rit had ingesteld. De jet-lag na zijn vlucht van Rome naar Brussel, speelde hem blijkbaar nog wat parten.
Via café Berghof in Steenhuize-Wijnhuize, waar we deze keer niet stopten om Claude en zijn nieuwe Thaise schone te begroeten, reden wij richting Poggio waar de klimmersbenen voor het eerst echt werden getest. Het parcours ging echter niet tot gans boven maar halverwege moesten we al bergaf, dat komt ervan als de rit wordt uitgestippeld door iemand die liever waterpas drijft! Gelukkig zaten er nog een paar stevige kuitenbijters in tot groot plezier van de Scalle die door Dries vakkundig werd opgepept en die hem haarfijn kon zeggen welke hellingen er allemaal nog volgden en waar het wind op kop ging zijn.
De Jos had daags voordien de rit al verkend en had een dikke 29,7 gemiddeld laten optekenen op zijn eentje, niet moeilijk, alles lag er droog bij toen! Nee serieus, om op dergelijk parcours van draaien en keren net geen 30 gemiddeld te rijden als nederig WTC-lid moet ge gene simpelen zijn, alleen had Jos op zondag ook nog dat tempo in de benen en reed hij meermaals 200 meter voor de rest uit.
Op de terugweg zat de krachtige wind gelukkig gunstig in de rug en vielen de beklimming van de Schettenberg en den Blakmeers al bij al mee. Ik had bijna BlanKmeers getypt nadat we door de Matonge van Denderleeuw waren gefietst, maar dat zou niet meer politiek correct zijn geweest vandaag de dag met die WOK-paleis dinges en al…
In gesloten formatie brachten wij onze kopman, de Scalle terug naar het lokaal waar Ingrid onmiddellijk raadde wat hij ging drinken, en het was geen koude chocomelk. Ondertussen zijn wij verhuisd van onze Stamtisch in onze vaste hoek naar een tafel aan de dartsblokken. Gelukkig waren de Luke Littlers en Van Gerwens van Meldert niet aan ’t smijten, want kom maar ne keer thuis met “ne wan-honderd-en-eejtie” in uwe rug! De Geert kwam ons ook nog vervoegen nadat hij om negen uur toch gemerkt had dat het niet meer regende en hij zijn fris gewassen mtb vanonder de modder had gehaald en een toerke had gedaan alleen en op zichzelf. Na wat recuperatiedrank was het klaar huiswaarts te keren, de vélo’s te “ontmodderen”, en in de zetel te kruipen en Van Aert met zijn supersonische bandenpomp nog maar eens op zijn doos te zien krijgen van een paar andere wonderboys van de koers.
Winnaar Van Der Poel bleek zelfs niet af te stoppen door een bidongooier die een volle drinkbus van Visma op Matjes aangezicht mikte. De onverlaat zou later ter dood veroordeeld worden voor poging slagen en verwondingen en misschien ook nog wegens het vrijwillig toedienen van giftige sportdranken van Visma. Pogacar bleek in fysica niet zo ne straffen te zijn want hij was vergeten wat de maximum snelheid is waartegen men een bocht van negentig graden kan pakken. Matje pakte een derde kassei mee naar huis en kan er al bijna zijn oprit mee leggen voor zijn Lamborghini Urus en zijn horloge van 300,000 euro. Had Kris DB die omgehad tijdens de rit hij zou dan wel kunnen navigeren hebben! Misschien een tip voor een nieuwe aankoop van de WTC, een goei sporthorloge van ewa centen! Maar daarvoor gaan we eerst nog menig eetfestijntje moeten organiseren!
Tot volgende week!
El Churto