Net als vorige jaren zendt de WTC zijn zonen en dochters uit naar alle hoeken van de wereld om daar onze blijde boodschap te verkondigen. Alleen, als ge te veel zonen en dochters uitstuurt, blijven er amper nog over om op zondag mee te fietsen! Naar het schijnt zitten er wtc-missionarissen in de Provence, in Lissabon, in Mallorca, ja zelfs in de Joenaaitet Steets zou er een sterkhouder zitten. De negen leden die zich deze zondag wel aandienden om mee te fietsen moesten echter ook naar een ander land fietsen, oké het was maar het Pajottenland, maar voor een buitenlander zou dat toch ook wel exotisch klinken.
Maar u heeft het wel degelijk goed gelezen, slechts negen sportievelingen dienden zich aan. Was het de voorspelde windkracht 5, waren het de hoogtemeters, was het de felle ochtendzon, wie zal het zeggen. Onze taak in het verre Pajottenland was nochtans ook niet min. Eerder op de week was dé ambassadeur van deze prachtige streek, de heer Urbanus van Anus, nogal zwaar uit de bocht gegaan in het programma voor de meerwaardezoeker, De Afspraak op Canvas. Daar ging het onder andere om #metoo en de godfather van de stand-up comedy schudde het volgende uit zijn mouw :”Metoo, metoo, in Afrika naaien ze de mie toe!”. Tja, ik vermoed dat hij dit grapje nu net vertelde in het verkeerde programma want echt hartelijk gelachen werd er niet. Maar het zou kunnen dat deze uitschuiver van Urbanus het gevolg is van de medische aandoening : ”Witselsucht” of in het Nederlands “grapdwang”, en ik kan het weten want volgens mijn collega’s en naaste omgeving lijd ik daar ook aan.
Wij dus op zondagmorgen op weg naar het land van Pajot om de plooien die Urbain Servranckx (zijn echte naam trouwens) had gemaakt weer glad te strijken middels onze aanwezigheid. Om echter in deze verre negorij te geraken moesten wij menig hindernis overwinnen. Zo was er de meer dan strakke kopwind, die constant onze wimpers en beenhaar op een middenstreep waaide. En met negen was het snel weer aan dezelfde om een kopbeurt te doen. Maar niet alleen de wind speelde ons parten, ook de hellingen die elkaar snel opvolgden zorgden al voor zodanige verzuring als de zuurtgraad van een ganse zak “smoelentrekkers”. Gelukkig was de zon van de partij, voor de eerste keer dit seizoen trouwens. Degenen die het hadden aangedurfd om in short op te dagen, konden al een eerste vitamine D-shot krijgen. Er waren er echter bij die nog serieus overdressed waren. Zo had Jo, die zelfs met temperaturen die met het vriespunt flirten geen handschoenen draagt, droeg nu nog zijn vachtgevoerde lange winterbroek. Ik zou er niet graag bij geweest zijn als hij bij thuiskomst na de rit zijn welriekend kleinood uitdeed. Borisken, de nieuwe puppy des huizes De Coninck, begon zelfs al naarstig in de gele gids te bladeren om een nieuwe opvang te vinden.
Maar hij was zeker niet alleen die zijn nog witte benen wilde beschermen tegen de felle lentezon. Nochtans was het een ideale zondagmorgen om te pronken met de melkflessen waarop de meeste van onze benen nog lijken. Maar er is beterschap op komst, binnen een maand of drie lijken onze gebronzeerde en afgetrainde benen op die van Italiaanse halfgoden als Mario Cipolini, Jonathan Milan of Filippo Pozzato. Dan zal het gedaan zijn met de ons kruisende automobilisten die met hun pharen trekken omdat ze verblind worden door ons maagdelijk witte benen.
Op de heenweg werd er trouwens niet echt gelachen. Iedereen zwoegde tegen de stormwind in. Enkel JS uit M bij A vond het al eens nodig om aan iemands zadel te trekken wanneer het én bergop én windop was. Het is toch een lolbroek é, die George Beautiful. Ondertussen was de Scalle al ribbedebie - trouwens nog een hitje uit de jaren ’70 van Mark Deckx - want hij moest nog eenmalig naar zoonlief gaan kijken die moest voetballen om 11:45 uur. De Scalle was dan ook de enige die de korte toer zou rijden, maar maakte er alsnog een eigen versie van door de Halse Steenweg naar Ninove te volgen in plaats van de landelijke alternatieven. En ik maar zwoegen eerder op de week om een aanvaarbare, korte, lichtere versie te maken dan de zwaardere lange toer, en dan rijdt er hem niemand! Er zijn grenzen aan mijn goedheid!
Het keerpunt lag trouwens ergens in Herfelingen bij Herne en eens deze kaap gerond, blies de wind ons vol in de rug. Zo moet dat dus voelen met elektrische ondersteuning in de fiets. Op de terugweg zouden we trouwens de Congoberg langs de zijflank beklimmen. Er zat eerst een afdaling van de kasseikant in, maar om dat te vermijden sleutelde ik aan de toer zodat we de kasseien, op de dag van Parijs-Roubaix, zouden vermijden. Bleek echter dat wegenwerken hierdoor ons deel werden. De flank was gedeeltelijk heraangelegd doch was ook nog deels herschapen in aangedamde aarde en steenpuin en dan ook nog eens steil bergop. Geen simpele beproeving met ons koersmasjientjes. Dries, die op zijn nieuwe gravelbike reed, kon deze onmiddellijk eens testen. Zijn dikke, ballonbanden bleken uitermate geschikt voor deze omstandigheden. Toch één iemand die zich amuseerde! Maar ook Johan bleek te genieten want hij liet zich ontvallen dat het al de schoonste rit was tot hiertoe. Daar had de routeConinck niet van terug en hij lachte de opmerking wat jaloers weg.
Op de terugweg kon de gas hier en daar eens goed worden opengedraaid met de voortstuwende wind in de rug. Wanneer we in Liedekerke arriveerden bleek er hier een grote vrouwenkoers op til en werden wij door de opgetrommelde agenten weg van ons parcours gestuurd. Bijgevolg moesten wij kilometerslang het jaagpad naast de Dender volgen. Geen sinecure met de tientallen andere wielertoeristen, wandelaars, vissers die ons pad kruisten. Gelukkig haalden wij zonder slag of stoot Teralfene waar wij ook nog eens de Schettenberg mochten beklimmen. En nog was onze bergrit niet ten einde want ook de Boekhout berg moest nog gerond waarna wij ons richting Meldert konden storten.
Voor de eerste maal dit seizoen konden wij ons bij aankomst neervlijen op het zonovergoten terras van ons lokaal. Ter plaatse was het provinciaal kampioenschap golfbiljart aan de gang en menig biljartster kon zich vergapen aan onze atletische tempels van lichamen. Zij beloonden onze geleverde inspanningen dan ook met een welriekend rookgordijn, afkomstig van hun obligate sigaretten. Ja die biljarters leven dan ook voor hun sport. De President was nog snel achter een portie koizekes en salamikes gestoven in de Spar en samen met wat Rodenbachen uit ’t flesken werden de verloren krachten weer opgedaan.
Hopelijk kunnen we volgende week met wat meer genieten van de culinaire hoogstandjes na de rit. Want met vijf man twee kilo salami en kaas verorberen zal zich op termijn wellicht wreken op onze cholesterol en andere spiegels.
Tot volgende week en wij wensen dan thuisrenner Gil Gelders een voorspoedige deelname aan de Amstel Gold Race. Wie weet zorgt hij er wel voor de verrassing, want daar is The Wolfpack dringend aan toe.
El Churto