#dekoersisvanons

De Ronde van Vlaanderen op Pasen, of hoe een heilige zondag dan nog heiliger wordt. Een week lang wordt de spanning naar de dag der dagen opgebouwd in de gazetten, op tv met Vive le Vélo, in gesprekken en pronostieken op het werk. Snode plannen worden gesmeed, bbq’s vanonder het stof gehaald, vlees en bier wordt in de massa ingeslagen. Koers in Vlaanderen, haalt de banden aan tussen familie, vrienden en buren. Ook bij de WTC heerste reeds een week een gezonde spanning want wij zouden op het officiële parcours gaan fietsen. Niet in de Vlaamse Ardennen, wegens te ver en bijgevolg niet op tijd weer om het wielercircus door de Faluintjes te zien zoeven.


De parcoursbouwer dacht eerst een rit in te lassen naar het Atomium, hetgeen we redelijk snel uit zijn anders vrij koppige hoofd konden praten. Je kan toch moeilijk op hét feest van Vlaanderen naar hét symbool van België fietsen, neen op deze dag moest er geproefd worden van de Vlaamse gezelligheid en het enthousiasme van Jan-met-de-koerspet. Dus liep het traject richting Hamme waar de koers vanuit Antwerpen onze contreien zou binnen “Durmen” (niet Denderen). 


Hoewel het in de heel vroege ochtend nog stevig aan het gieten was, priemde om half negen een flauw waterzonnetje door de lichtgrijze wolken. Zestien koersproevers stonden te popelen om te vertrekken. Er werd beslist om zowel met A, B en C samen te rijden, hetgeen het groepsgevoel enkel maar kon versterken. Jeanken was al om 06:40 uur in Balegem vertrokken en had al 60 kilometer op zijn teller en hij zou er die dag nog een negentig aanbreien (niet aambeien maar dat kunt ge wel krijgen als ge zoveel op de vélo zit). Het blijft ne sterken beer, de Jean. Dat zou later in de rit ook nog blijken.


Via Baardegem, waar onze rit uitzonderlijk later ook zou eindigen, ging het over Wieze naar Denderbelle, door Belle Broek. In Dendermonde zat een klein boobytrapken in het parcours, een smal, deels verhard paadje bleek toch wel vrij modderig te worden maar al bij al viel het nog mee, enkel JS uit M bij A kloeg over zijn bespatte, lakleren koersschoenen die hij daags voordien nog gesimoniseerd had met zeehondenvet samen met zijn rode, oldtimer bolide, waar hij nu op reed. Eens over de brug over de Schelde was Jos de pechvogel van de dag. “Plat!” : werd er geroepen en geen van ons sportbestuurders of volgwagens met andere fietsen in de buurt. Jean, van alle markten thuis, stortte zich op de lekke band als een leeuw op een sappige entrecote van Dierendonck, en niet veel later druipte het bloed effectief van zijn vingers. Bij het wrijven in de buitenband om te voelen of er iets in zit, bleek er wel degelijk iets in te zitten, een vlijmscherpe spijker haalde de twee tastende vingers van Jean open en zijn met epo verrijkt bloed druppelde op de stoepstenen. Nog bleek de pech niet over want eer de band er terug op lag ging er toch vlot een kwartier voorbij. Er werd een record gebroken, weliswaar een traagterecord! 


Maar eens terug op de fiets was het van dan af aangenaam fietsen, met een strak briesje in de rug en ondertussen een stralende zon op de fietshelmen. Els en Kristin, de twee dames van dienst, hadden zich op de tweede rij genesteld en keuvelden als twee kwetterende zwaluwen die beseften dat de lente weer in het land is. Wanneer er echter twee snelheidsremmende kasseistrookjes op het parcours lagen verstomde hun vrolijk getater even, maar echter niet voor lang. Zo kwamen we langsheen de Durme Hamme binnen waar we al snel op het officiële parcours terecht kwamen. Van dan af was het duidelijk dat er een heus volksfeest op til was. De eerste, vroege pinten werden al aan de lippen gezet, de laatste Vlaamse Leeuwen werden nog opgehangen en de speenvarkens aan het spit draaiden al rustig hun rondjes op de tonen van Vlaamse “slagers” (inside joke). Seingevers, kinderen en al eens een enthousiaste flik zwaaiden vrolijk naar ons alsof wij de ver vooruitgeschoven kopgroep waren. 


In de wijk Spurt - prachtige plaatsnaam om er een koers te laten passeren - in Hamme hadden ze echt hun best gedaan. Vlaggen alom, de straatstenen gekrijt met de namen van de Vlaamse wielerhelden, en zelfs een kleine caravan met twee als retrocoureurs uitgedoste dj’s speelden al vollen bak “Laat de zon in je hart” en juichten ons enthousiast toe in hun micro’s. Van Spurt ging het naar Moerzeke waar een fotoshoot voor de WTC op de plaatselijke kiosk ingepland stond. Iets verderop was ook een lokaal volksfeest losgebarsten. Blijkbaar heeft de Zwitserse renner Stefan Küng een grote fanclub in dit dorp. Tientallen mensen in rode t-shirt met Zwitserse vlag erop verzamelden zich vlakbij de reus die ze gemaakt hadden naar Küngs beeltenis. Waarom ze net in Moerzeke “en masse” kiezen om voor een Zwitser te supporteren, het is mij een raadsel…



Ondertussen passeerden we al etende mecaniciens bij een tactisch opgestelde volgwagen van Education First en werden we even gevolgd door een service car van Bingoal. Het was duidelijk dat de spanning aan het stijgen was en dat de koers niet zo veraf meer was. Door ons oponthoud met de lekke band van Jos, pasten we op het einde ons parcours voor de zekerheid aan zodat we zeker tijdig op onze plaats van bestemming zouden geraken. En om iets na 11 plaatsten wij onze fietsen tegen de zijgevel van The BARber waar het al gezellig druk was. En naarmate half twaalf in zicht kwam, werden de rijen toeschouwers langsheen de straat langer, dikker en talrijker. Kaat en Ronald, de sympathieke uitbaters, hadden het ondertussen drukker dan verwacht om alle dorstigen te laven en moesten nog wat helpende handen optrommelen. 



En wanneer eerst een kolonne motoren met journalisten en vip’s er vanachterop passeerden en de heli boven de kerk van Baardegem opdoemde, was het zover. De kopgroep reed Baardegem binnen en zoefde kort daarna onder denderend applaus de verzamelde WTC’ers voorbij. Nog een kleine drie minuten moesten we wachten tot wij onze hoogste hartslag van de dag haalden wanneer het peloton als een kleurrijke reuzenslang dertig seconden lang op een lint voorbij kronkelde. Het ging snel, heel snel en hier en daar was er toch wel een renner te herkennen. Van Der Poel haalde iedereen er zo uit met zijn wereldkampioentrui. En weg waren ze, richting Vlaamse Ardennen, waar de strijd in alle hevigheid zou losbarsten in rotslechte weersomstandigheden. Bij ons, eens de koers voorbij, werd er ook gesprint, naar den toog en voor het reuzenscherm op het overdekte terras van The BARber. Wij zouden enkel nog wijken om ons gevoeg eens te doen. Voor de rest lieten wij ons de pinten en de bierplanken en gefrituurde hapjes een ganse namiddag rijkelijk smaken. 




Net als in de Vlaamse Ardennen sloeg het weer kort na de middag ook bij ons om, maar dat lieten we niet aan ons hart komen. Onder schapenvellen met nog maar eens een nieuwe lading pinten, zagen wij een ongenaakbare VDP iedereen naar huis rijden op de Koppenberg, waar op drie renners na het ganse peloton te voet stond. Heroïek van het hoogste niveau, beelden die binnen tientallen jaren nog zullen worden getoond aan kinderen, en kleinkinderen. Hoe schoon toch de koers op Vlaamse wegen. Bij ons werd er trouwens ook met bier gegoten, niet naar Matthieu maar in onze keelgaten, zoals het hoort. Respect voor allen die meereden, ook voor degene die “dnf” achter hun naam kregen in de uitslag. En ook de wielervrouwen kregen het hard te verduren, maar passeerden helaas niet in de Faluintjes, wat meer dan een gemiste kans was voor hen, nochtans sliep Lotte al een ganse week met haar ploeg in Moorsel in hotel De Biek. Het bracht haar echter geen geluk want ook zij moest “op de voetjes” de Koppenberg op en moest het later doen met een ereplaats.




Wij sloten een prachtdag af met een laatste pint en keerden moe maar voldaan op de fiets huiswaarts. Ook wij kregen nog een plensbui over ons heen, en zo waanden wij ons nog even Matthieu die iedereen het nakijken gaf en op de streep zijn fiets boven het hoofd stak. Ook vijftigers kunnen nog dromen…




Tot volgende week!

El Churto