De Retrotoloze Zondagrit

Op het vlak van het weer, zijn we het voorbije seizoen niet verwend geweest. Regen, storm, windvlagen noopten er ons veel te vaak toe om zondagritten af te gelasten. Met als gevolg dat de kalender als maar krapper werd om onze traditionele ritten als : de Jean De Bondtrit, de retrorit en de autoloze zondagrit georganiseerd te krijgen. Gelukkig kon vorige week de Jean De Bondt Memorial doorgaan, Jean is echter nog “alive and kicking” maar hij ligt ons zo nauw aan het hart dat we nu al een memorial hebben ingevoerd. U las hier trouwens alles over in het vorig verslag, op papier gezet door Mister Flexible himself, de President.

Nu zaten we ondertussen toch wel wat gewrongen met de organisatie van de retrorit aangezien er maar één zondag meer voor ons aller eetfestijn ter beschikking was. En net op deze zondag, 17 september trouwens, zou Koning Auto uit Brussel geweerd worden. De enige logische beslissing die kon worden genomen was de Retrorit richting Autoloos Brussel te sturen. Zo gezegd, zo gezegd…

Op zaterdag werden de oldtimer-bolides van onder het dekzeil gehaald, werd de “chrome” opgeblonken, de motten van tussen de retrokleren geslagen, en de “sossissenhelmen” van de haak gegrist. Zondagmorgen stonden dan ook twaalf retrofanaten netjes opgedirkt voor ons retrolokaal. De Jean had zich weer een nieuwe-oude vélo aangemeten, een prachtexemplaar uit de tijd van Mapei met speciale Roubaix versnellingen onderaan in het stuur gemonteerd. Hij had zich nog rap  in Carnavalswinkel Liebaut om een Star-Wars helm geweest en “Sharp” als een mes stond hij daar al te blinken als een gorilla in de mist. 

Twee van onze niet retro-minnende leden, niet toevallig twee van onze youngsters,  werden reeds voor aanvang gespot en gingen voor een toertje fietsen “in het zwart”.  Hopelijk zorgt dit niet voor een “bollekes” probleem aangezien één van de zwartrijdende Stevens nog in de running is om clubkampioen te worden. Hoe gaat dat diplomatisch gewijs worden opgelost in de komende weken?

De rest liet dit probleem niet aan zijn retro hartje komen en om 08:30 zette onze antieke trein koers naar Asse-Ter-Heide om vervolgens de Notstraat af te dalen en de eerste helling buiten categorie, de Putberg, aan te vallen. Vermoedelijk nam onze oorlogszuchtige President het aanvallen wat te letterlijk, want halverwege de klim trok hij met zijn dijen als de hespen van een Pata Negra zwijn, zijn achterwiel los uit zijn kader. Nog net voet aan grond zettend, stond hij daar schoon, hierbij al de rest ophoudend. Katrien die net achter hem kwam kon zich ook nog net losklikken en voet aan grond zetten. Jean, ook gekend als de Velodoctoor, kon rap de diagnose stellen dat de as van het wiel te veel naar voor zat in het kader, de ketting te lang was en de voorderailleur moest worden afgeregeld. Kortom, er bleek niet veel goed aan tot de President Jean eraan herinnerde dat hij die vélo voor hem ineen had gestoken. Lik op stuk beleid noemen ze dat in de politiek dacht ik. Als volleerde Flandriens was het vervolgens met de klikpedalen, de vélo voortduwend, de steile helling opklauteren. Het leek wel een scène uit een slechtweer editie van de Ronde Van Vlaanderen. Eens boven op de Putberg herenigd ging het door Asse en Bekkerzeel naar de Waerboom in Bijgaarden en naderden wij alsmaar dichter onze hoofdstad.

De stralende zon die ons beloofd was, bleef achterwege en de vochtige mist zorgde hier en daar voor een spatje vuil op onze prachtig opgeblonken antikiteiten. Net voor we Brussel binnen reden, kregen we daar nog een patat van een helling voor de wielen. De Scalle zijn vélo die eerder van lood dan van staal gemaakt leek, vergde dan ook het uiterste van zijn geoefende kuiten om hem omhoog te sleuren. Gelukkig volgde kort daarop een korte pauze voor de huizenhoge muurschilderingen van Yvonne en Eddy Merckx. Een eerste obligate fotoronde was een feit. Langs krakkemikkige kasseistraatjes, over “slibbere” tramsporen en recht door het hol van een Eritreese leeuw, reden wij alsmaar dieper onze metropool binnen. Tot we plots voor “Manneke Pis” stonden in al zijn naakte glorie. Gelukkig waren er op dat vroege ochtenduur nog niet te veel toeristen en kon ieder aanwezig lid poseren voor het lid van Manneken P(en)is, dit terwijl Jo nog wat rek-en strekoefeningen aan het doen was om de armspieren los te gooien. Via de Stoofstraat ging het naar de Grote Markt, waar menig schaars geklede influencer, blogster en vlogster naarstig aan het poseren was om het balkon van het Stadhuis in beeld te krijgen samen met hun eigen balkon. Menig toerist keek vol verbazing naar ons fraai uitgedost twaalftal en hier en daar werden we al eens vastgelegd op de gevoelige plaat van een Japanse Shimano-retrofanaat. (prachtige rijm trouwens)

Na de Grote Markt volgde nog maar eens een officiële helling tot aan het reuzenrad. Hier bleek dat de “colle” die de retroschoenen van ondergetekende aan mekaar moest houden wat verstorven was, want de zool hing er verslenst bij als de lever van een doorwinterde drinkebroer. Gezien onze grote aaibaarheidsfactor bood er zich onmiddellijk en terstond iemand spontaan aan om een breedbeeld kiekje van ons allen te nemen met op de achtergrond “The Brussels Eye”, naar analogie met dat van Londen maar dan anders. Gelukkig had de vrijwillige portrettentrekker niks kwaad in de zin en gaf hij netjes mijn zwaar geabimeerde gsm terug. Er stond dan ook een volgeladen flikkencombi met extra alerte politiemannen vlakbij ons. Hoewel, hadden ze snel moeten ingrijpen, we hadden ze eerst moeten wakker maken. Toch een zwaar beroep zenne dat die mannen in Brussel hebben, ze zouden ze op 55 in pensioen moeten laten gaan.

Nog was de “waaauw-factor” niet voorbij want de afdaling van de Kuntsberg, nogmaals De Grote Markt, de Beurs, Zwangere Guy (wanneer gaat dienen nu eindelijk eens bevallen) die in ontbloot bovenlijf aan het joggen was, brachten ons naar de Vlaamse Steenweg. Net hier was er een hipster-markt aan de gang. En wie rijden we daar onmiddellijk tegen het lijf. Raad eens! Just! Sofie Dumont, hoe dat ge het weet! Voor degene die haar niet kennen, Sofie Dumont was zo wat voor de VTM wat Jeroen Meus voor de VRT betekent, maar dan zonder kijkers. Ze is dan ook gespecialiseerd in baksels allerhande van “sjoekes” over “tompoeskes” tot echte “misbaksels”. Tussen de hippe pornosnorren, kakbroeken, en mulletkapsels doorlaverend bereikten wij het gezellige terras van café “De Walvis”. 

In dit Vlaamse bastion waar de patron Vlaams spreekt en de garçon….Engels en Italiaans verzamelt het gros van de hippe Brusselse Vlaming en kunt ge u te goed doen aan specifieke Brusselse biertjes als : La Cambre, Ne Vogelpik, Nen Tarras Bulba of ne goeie Geuze. Met zoveel keuze nam Katrien dan ook “ne zwarte machi thee latté” of azo iets. We mochten daar bij het nuttigen van de La Cambre biertjes trouwens ook eens krabben om te winnen. Jo won daar als professional als eerste een “aftrekker” waarna het de beurt was aan de president die rap de drie lotjes van de anderen had afgekrabd en dat met een prijs eraan voor zich had gehouden. En zelfs de Jean die geen La Cambre dronk, werd daar ingelijfd in de Orde van de Goei Aftrekkers, weliswaar ontving hij een groen exemplaar. Gelukkig was Salvatore, Il Garcone di Sicilia zo vrijgevig om ondergetekende ook nog een aftrekkend exemplaar te overhandigen. 

Bill waagde zich nog maar eens aan een champignonsoepje na zijn eerdere culinaire desillusie die hij opliep bij een gelijkaardige “tasting” in café Stinne. Gelukkig was deze keer het brood dat ze er bij serveerden wel te vreten. De soep bleek enkel goed genoeg om de zool weer aan mijn schoen te plakken. Het zal hem leren, altijd moeten speciaal doen! Dat hij zich ook ne keer ne Cambre of Vogelpik pakt é seg!

Ondertussen moesten wij ons daar op het terras vergapen aan vanalles en nog wat, plots liep er een grote groep van wel tweehonderd man en vrouw het terras voorbij die wij op spontaan applaus vergastten. Dan weer passeerde er een Brussels moksken die nog had meegedaan in de clip van Bubble Butt en we konden er zelfs werkende flikken spotten die zich gezamenlijk in een bak wortelen hadden vermomd. Een bewoner van de appartementen aan de overkant van het kanaal was blijkbaar nogal bruusk wakker geschrokken door de drukte want ongegeneerd verscheen hij met zijn ODOL in zijn boxershort op zijn balkon zich onder de oksel en andere lichaamsdelen krabbend. Tijd om te vertrekken zou ik zo zeggen.

Via het kanaal en Tour en Taxis bereikten wij enkele architecturale pareltjes als Green Bizz en BE HERE en stelden eens te meer vast dat we eigenlijk Brussel amper kennen hoewel het slechts 25 km van bij ons ligt. Wanneer we echter de ellenlange wachtrij van vluchtelingen passeerden, welriekend als gft-containers die na een week hittegolf voor de eerste keer worden geopend, snapten wij vaneir waarom we niet vaker naar Brussel komen.

Gelukkig lag daar al de fietsostrade richting Asse. En in Asse stond een passage door het centrum op het schema, doch door een grote, verkeersvrije rommelmarkt moesten wij ons parcours wat hertekenen en passeerden wij eens te meer aan sponsor Loomans, om dan ook nog aan sponsor Dirk Van Achter te passeren en zo de duik naar Meldert te nemen waar wij ons retrogewijs op ons retroterras neervlijden. De president had een extra grote voorraad koizekes en salamikes ingeslagen en Ingrid had nog wat overschot van Davy’s veertigste verjaardag. In welke maand hij veertig was geworden kon niet  worden afgelezen aan de krokantheid en versheid van de tapas. Maar desalniettemin was het aangenaam nakaarten en brak ook de zon er eindelijk door. Zowaar een schone afsluiter van een prachtige voormiddag en zowaar bijna ook afsluiter van ons seizoen.

Volgende week zaterdag is het wederom ons alom gekende en geroemde eetfestijn waar het vet door de vlezige ribbekes van menig kin zal druipen en de kip zo vers zal zijn dat er nog een ei kan rondzitten! Iedereen en allen van harte welkom!

Tot dan!

El Churto