Jean en zijn Lakei,

Op deze subtropische tiende september, waarbij het warmterecord van dezelfde dag in 1895 met 2,4 graden zal verpulverd worden, gaat de WTC op pad om een rit te rijden. Onverantwoord volgens een befaamd professor aan de KU Leuven om op deze dagen zware of sportieve activiteiten te laten uitvoeren door recreanten. En daar is juist waar het schoentje door de hitte begint te wringen. Aangezien we bijna tegen het einde van dit wegseizoen aanleunen, nog enkele zondagen en we duiken terug het veld in, voelen de meeste onder ons zich allesbehalve recreant. Recreanten hebben overigens geen duizenden kilometers en dito hoogtemeters, meerdere buitenlandse stages en verschillende fietsvakanties op hun strava-account staan. Neen, deze rit zal en moet doorgaan…ook al is het vandaag de Jean-De-Bondt-rit met vertrek en aankomst aan café De Steenput in Balegem.

De organisator van dienst was dan ook zo vriendelijk geweest om de 2 vaste parcoursbouwers deze zondag een dag recup te geven zodat ze geen gpx-bestand moesten maken en doorsturen, want Jean himself ging wel de volledige rit op kop rijden en ons doorheen Balegem en omstreken gidsen. Beide parcoursbouwers waren zodanig in hun gat gebeten omdat ze geen wegenwerken, gravelpaden, kasseistroken, waggelwegeltjes en omleidingen in de rit konden steken, dat ze prompt een weekendje weg hadden geboekt. Alle respect voor familiale aangelegenheden maar er zijn grenzen of beter gezegd landgrenzen die niet overschreden mogen worden. 

Terwijl het ene lid om vier uur in de ochtend nog niet thuis was van een nachtelijke escapade, was Jean al wakker en op om zijn ranke, slanke en gespierde wielrennersbenen nog te voorzien van een laagje olie, zijn bolster nog eens glad te scheren met een Mach 3, een keuze uit zijn riante collectie bolides te maken van met welke fiets hij van start zou gaan en met dewelke hij terug naar huis zou rijden, ons Patricia nog eens alle hoeken van de kamer te laten ontspinnen, naar de bakker te rijden om kleine pistolets te gaan halen en deze daarna te beleggen met een halve perzik en een laagje smeerkaas en om zijn drinkbus te vullen met een substantie waarbij gewone stervelingen 3 dagen en nachten van wakker blijven. Uit satelliet beelden blijkt dat Jean iets voor acht uur al gespot was op de parking van café De Steenput om alle kiezeltjes al in dezelfde te vegen. 

Groot was zijn opluchting dan ook om de eerste gasten te zien toekomen iets na het uur van acht. Gelukkig kan men via verschillende invalswegen deze parking bereiken want anders zou het al een file en een overrompeling zijn geweest van jewelste zoals de eerste dag op een rock festival. Een vlugge telling leerde ons dat er 17 leden aan de start stonden. Vlug nog een telefoontje naar de catering om de juiste aantallen door te geven en wij weg, of toch niet. Doordat enkele laaghangende boomtakken door de warrige haardos van Alexander woelden, merkte deze dubbele meter op dat hij zijn helm nog niet op zijn hoofd had en dat deze ook niet in zijn auto lag. Nen mens kan al eens iets vergeten. Maar waar kan je op een zondagochtend, in het gat van Pluto nog aan een fietshelm geraken? Juist, in de verborgen depot van fietsspeciaalzaak Van Eyck. Zonder dat de meesten van ons het merkten stond Jean daar al met een helm voor Alex. En wijle weg, of toch niet. Toen de eerste van ons zich vastklikten in de linker- of rechterpedaal, stoof een BMW met geblindeerd ruiten de parking op. De kiezeltjes die Jean zo mooi bij elkaar had geveegd stoven in het rond. Terwijl wij ons afvroegen wie uit deze auto ging stappen, stapte Jean met open armen naar de vrouwelijke bestuurster van deze wagen. 3 hartelijke smakkers later, stapte ook de passagier uit de wagen en bleek dat dit een door Jean uitgenodigde gast was die ons peloton zou vervoegen.

Benny, door ons beter bekend als Benny de weerman, was er ook nog niet bij. Benny, die ons in één van de vorige edities van deze rit, op een wonderbaarlijke manier rond een regenvlaag van jewelste gidste, had het blijkbaar niet de moeite gevonden om ons te vergezellen op deze rit aangezien er in de verste verte geen wolk te bespeuren was. Maar niets is minder waar. Na enkele bochten kwam Benny ons al tegemoet. Hij had zich wat overslapen en aangezien hij deze rit ook al enkele keer met Jean gaan verkennen was, wist hij precies in welke straat hij ons tegemoet zou komen. 

Met Jean en Benny op kop van ons peloton en de gastrijder achteraan, dokkerden we over de wegen van de Vlaamse Ardennen. Jean floot bij elke tegenligger en aankomend gevaar op zijn fluitje dat rond zijn nek hing te bengelen zoals een treinconducteur fluit wanneer alle passagiers zijn ingestapt en de trein kan vertrekken. Kronkelende wegen, prachtige natuur, kleine gravelwegen en een enkele kasseistrook waren ons deel. Een parel van een rit. André, mijnen lakei, is onze gastrijder, maakte Jean mij duidelijk toen ik even ging polsen wie deze gastrijder was. Later zou blijken dat het André, mijnen lakker, was dat Jean stotterde met zijn fluitje in de mond. André is de lakker van dienst die de retrofietsen van Jean een laagje verf geeft zodat ze er terug uitzien zoals ze destijds in de showroom stonden in het jaar 1985. Bill en André hebben het zelfs al op een akkoordje gegooid om enkele fietsen van Bill te lakken. 

Na een 75 kilometer kwamen we terug aan het vertrekpunt. Patricia gebaarde dat we ons konden verfrissen aan de met watergevulde emmers terwijl zij nog haastig de laatste hand legde aan de balletjes met Chinese saus, of wat het Sjinneese saus, Chileense saus, China saus of Pikenese saus. Aan de aantallen te zien had Jean aan Patricia laten weten dat we met 71 leden in plaats van 17 leden waren want de schotels met hapjes, tuttefrutten, dorito’s, dipsauzen, nootjes, koeken en andere versnaperingen bleven maar komen. 

Na de rit gingen de conversaties maar over één ding. Niet over de prachtige rit die Jean in elkaar gestoken had, niet over het prachtige weer, niet over de goodie-bag die we mochten ontvangen, niet over de musette waarop een groepsfoto prijkt van een wielrenner die teveel uit beeld staat en waarbij de supporter met alle aandacht gaat lopen, niet over de rijk gevulde tafel met hapjes en drankjes, niet over de koude schotels die elk van ons mocht verorberen of over het, met liefde gesneden, vruchtendessert. Neen, dit alles vervaagd in het niets met de jonge dame die ons in het begin van de rit passeerde en waarbij de fijne vleeswaren prachtig uitgestald waren in de vitrine. Vele theorieën en stellingen passeerden de revue en aangezien we ook jonge lezers hebben, zullen we deze uitspraken houden voor een late-night-versie van het verslag.

In ieder geval, bedankt aan Jean en Patricia voor de geweldige ontvangst en volgende week rijden we de autoloze retrorit richting Brussel met vertrek om 8u30 aan onze vertrouwelijke stamkroeg.

Uw Lakei,

De PDG.