DuivenMELKerij ‘Le Pigeon Revenu’.

Et c’est parti. Als we een verslag zo beginnen, weten we dat we vandaag nogmaals de taalgrens gaan overschrijden. Waar we een paar weken geleden met een kleine groep enkele kilometers over de taalgrens reden, heeft onze parcoursbouwer Kurt ons vandaag een ritje samengesteld om U tegen te zeggen met als verste punt Wisbecq. Onze revaliderende columnist en mede-parcoursbouwer heeft nu tijd in overvloed om zijn abonnement van Route-You volledig te benutten, zodat we binnen 20 jaar, nog altijd ritjes aan het rijden zijn die gaan dateren uit het jaartal 2022. De taalgrens over betekent ook dat we ons beste Frans moeten boven halen, je weet maar nooit wat een mens ginder allemaal kan tegenkomen.

8u30, allez en route met 12 A’s en 4 B’s. Ik hoor het u al afvragen: waren er geen C’s aan de start? Toch wel, maar als blijkt dat er in de voorste groep geen splitsing plaatsvindt, worden Tiffany, Kristin, Guy en André avec grande distinction gepromoveerd naar de B’s.

Via Ternat gaat het pijlsnel richting Sint-Pieters-Leeuw, en als ik zeg, pijlsnel, dan is het ook pijlsnel. Zowel de route als de snelheid is rechttoe rechtaan. Achteraan in de groep moet de guidon al eens onderaan vastgenomen worden. Deze keer is er geen volgwagen mee die ons af en toe eens een bidon collant of een baguette kan toestoppen en is het achteraan heel de tijd ratisseren. Alléé, voor sommige toch. Wanneer Peter achteraan in de groep naast mij komt rijden, is het niet omdat hij het strakke tempo van Kris DB en Alexander niet aankan, maar is het om nog meer interval training te doen. Waar ikzelf de gaten moet laten vallen, laat hij ze express vallen om ze nadien met speels gemak dicht te kletsen. Kwestie van mijnen morale nog wat dieper in mijn schoenen te laten zakken. Le chiffon de graisse !!!

Via Hondzocht Breedhout knallen we over de taalgrens, nu is er zeker geen tijd om nog aan onze freins te komen. Bergop, bergaf, links, rechts ,mijn derailleur maakt overuren. Maar door Du Troux et des Migolles in het wegdek, zit Geert met een leegloper en moeten we halt houden. In den tijd dat Merckx en Pantani nog hoge toppen scheerden, was de betekenis van een leegloper, een tube waarbij de lucht binnenin de band, langzaam verminderde. Nu een leegloper anno 2022 in het wielerpeloton, is een tubeless band waarbij een soort vloeistof langzaam de band verlaat. Die vloeistof, als er genoeg aanwezig zou zijn, zorgt er ook voor dat wanneer er een gaatje is in de band, deze gedicht wordt door de vloeistof. Zo staat toch te lezen in het 3-maandelijks magazine van de VWB. Deze vloeistof noemen ze Melk!! 
Vandaar dat men renners vaak hoort klagen over acide lactique

Maar wanneer de Reifenmeister er niet bij is, verloopt een bandenwissel toch niet zoals het moet lopen. Eerst wordt er nog geprobeerd om er gewoon een beetje lucht bij te blazen maar na enkele meters wordt al snel duidelijk dat dit geen oplossing is en wanneer de soupape er dan nog eens wordt afgedraaid moet het maar op de ouderwetse manier gebeuren. Blijkt dat er evenveel lucht als melk in de band van Geert zit. Niks. En al snel laten enkele leden zich de vrije loop om een bijnaam voor Geert te creëren. De Melkboer Van Moorsel is gedoopt. Wanneer Peter dan ook nog eens zijn fiets in de lucht steekt om aan Geert te laten horen hoe het moet klinken wanneer er wel voldoende melk aanwezig is in de banden, is het hek helemaal van de dam. Natuurlijk hoor je het klutsen wanneer er nog 2 halfvolle drinkbussen in de houders zitten. Geert is de man die altijd op souplesse rijdt, dwz, op het kleinste tandwiel vooraan en achteraan de ketting steeds in het midden. Hij doet voor deze kleine interventie dan ook niet de moeite om zijn ketting op de grote platteau  te leggen en zo het achterwiel gemakkelijker te kunnen verwijderen.

Wanneer we de Meren van Roosbeek passeren, beginnen de straatnamen terug een Vlaamse klank aan te nemen. Geenen Rue Du Bois, maar Bosstraat, geenen Rue Du Pantalon, maar Broekstraat, geen Col Du Paté maar Patéberg.  Via Bogaarden gaat het naar Pepingen waar het fietspad volledig ingenomen is door een monocycle. Zwalpend van links naar rechts is het duidelijk dat de persoon in kwestie nog niet lang geleden zijn tweewieler heeft ingeruild voor een één-wielig exemplaar.

Vanaf Pepingen regent het ook de ene demarrage na de andere en voor we het goed en wel beseffen is de rit van 80 km, 718 hoogtemeters en 29,3 km/h gemiddeld een feit. Merci aan de parcoursbouwer voor deze prachtige rit.

Tijd om te relaxen op het terras bij Ingrid. 

Wanneer Rufin onze eerste bestelling aan tafel brengt, wordt hij achtervolgd door een duif. Aan de manier waarop het grijs-witte prijsbeest achter zijn baasje liep, viel het op dat dit diertje hier nog al geweest was. Al spottend wordt er achter een kom gevraagd om dit diertje op te stoven met een sjalotte en een bruin biertje waarna Rufin zich boos maakte dat ze aan zijn meisje niet mochten aankomen. Op de vraag hoe hij wist dat het dier van het vrouwelijke geslacht was, kwam Ingrid tussen beiden en antwoorde ze dat het dier steeds naar de vrouwentoilet gaat in de zaak. Even later werd dit bevestigd. Het diertje sprong met gemak het opstapje aan het toilet op en ging naar links, richting de damestoiletten. Hilariteit alom.  Na het derde rondje komt het verhaal naar boven van de duif. Rufin moet in zijn jonge jaren een geweldig duivenchapper geweest zijn. Niet alleen beroemd en berucht in Denderleeuw maar zelfs gekend tot in China. Daar had hij deze duif, genaamd ROE-FIN, verkocht aan Dinge. Nu heeft Rufin veel verhalen in petto, het één al geloofwaardiger dan het andere, maar hier wou ik toch precies het fijne van weten. Na het afrekenen van onze schuld bleef ik nog even met Rufin aan de toog hangen. Rufin had deze duif, weliswaar een hele tijd geleden, dus verkocht aan nen Chinees. Junhui Ding, een professionele snookerspeler. Deze Ding kon niet enkel overweg met de rood-zwart-gekleurde ballen op een snookertafel, maar had ook al enkele internationale prijzen gewonnen met zijn duiven. Duiven die hij gekocht had over heel de wereld. Bij elk buitenlands tornooi waar Ding aan deelnam, zocht hij duivenMELKers op en zo kwam hij bij onzen Rufin terecht. Maar begrijpe wie kan, ook al laat je deze duif vliegen aan de andere kant van de wereld, deze komt toch steeds terug naar haar nest, in dit geval, de duiventil van den Rufin. Zo zie je maar, de ene Dinge is de andere DINGe niet.

Jusqu’à la prochaine.

Le PDG du WTC.