Dag twee van ons driedaags avontuur diende zich veelbelovend aan. De zon priemde al wat vaker door de witgrijze wolken. Uit de wind en in de zon voelde het zelfs aangenaam aan. Er zijn slechtere omstandigheden om de koninginnenrit aan te vatten. Normaal gezien zijn er dan hoogtemeters bij de vleet te vreten. Dat is echter nogal moeilijk met het hoogste punt van de rit dat maar negen meter boven de zeespiegel ligt. Het was eerder de afstand van 150 kilometer die sommigen, en dan vooral dames, knikkende knieën bezorgde. Ons Els voegde zich dag twee wel bij Kristin, Tiffany en Wendy, om zich met hun vier voor de rest van de dag in de buik van het mannelijke peloton te verstoppen. Uiteraard waren deze bevoorrechte plaatsen voor hen dan ook al weken vooraf gereserveerd. En wee de mannelijke collega die per toeval op de tweede of derde rij plaats vatte. Bliksemende blikken en ellebooggewring waren zeker zijn deel. Van positioneren in het peloton kennen de dames ondertussen alles. De enige wind die zij vingen kwam ongetwijfeld uit den derrière van hun voorganger.
Uiteraard dient u voorgaande met het nodig gevoel voor ironie te lezen want de prestatie die de dames leverden mag zeker niet onderschat worden. Honderdvijftig kilometers is zeker niet min, bovendien waren zij de avond voordien dan ook niet zo voorbereid als de mannelijke collega’s die hun energievoorraad hadden aangevuld met nonkel Chardonnay en tante Merlot. Peter die op de eerste dag forfait had moeten geven, was amper in te tomen om zijn kilometerachterstand in te halen. Die dag zouden we noordwaarts vertrekken over de Zeelandbrug. Ondertussen was de wind wat veranderd van hoek en blies hij nu eerder uit het noordwesten dan uit het zuidwesten de dag voordien. De Zeelandbrug doemde opnieuw op en er werd al gevreesd dat we opnieuw wind op kop zouden hebben op dit oneindig lang onding. Gelukkig hadden we hem eerder opzij en gaf dit een extra boost aan het moreel.
Het parcours van dag 2 was, afgezien van dezelfde aanrijkilometers als op dag 1, echt wel knap in mekaar gebokst. We vielen van het ene prachtige vergezicht in het andere. Nu mochten wij vaker genieten van kilometerslange kronkelende wegen langsheen het water, ondertussen ons vergapend aan de ontelbare kite-en windsurfers. Dames in bikini waren gezien de temperatuur echter op één vinger te tellen en als ik u zeg dat de aftandse Maltezer die de dame in kwestie bij had, appetijtelijker was om naar te kijken dan naar hare “vanvoor”, dan weet ge het wel zeker?
Het meest noordelijke punt van onze tocht lag trouwens in Dirksland. Collega Dirk poseerde dan ook als volleerd topmodel naast een plaatsnaambord en in dé topattractie van het pretpark waaraan hij zijn naam had verkocht voor keiharde valuta. Hij had zijn geld eerlijk gezegd beter geïnvesteerd in nieuwe fietsbanden en een degelijke achterrem. Op de drie dagen zou slechts één lekke band en een losgekomen remhoef voor wat mechanisch oponthoud zorgen. Dat de twee mankementen aan de fiets van Dirk opdoken was wellicht stom toeval, of zaten deze misschien niet in het vijftien-punten-programma van een befaamd Melderts fietsenmaker.
Onze middagpauze mochten we genieten onder een stralende zon op het kerkplein in Renesse. Het was daar over de koppen lopen en den Dave had met de lokale maffiabaas en pizzeria-uitbater een deal gesloten dat wij met drieëntwintig zijn voorraad spaghettisaus zouden verslinden. Michiel, nogal een gezondheidsfreak hield het op een salade met kip. Hij had zich dan ook voor de driedaagse ingeschreven met het gedacht dat wij op bijna professioneel begeleide gezondheidsretraite waren. Bij terugkeer in het hotel later die dag, dook hij echter ook met graagte op de halve liters Amstelbier.
Van de pizzaman mochten wij geheel vrijblijvend onze bolides in de nieuwe gemeentelijke en publieke bloemenhof stallen. Daar zou de eerste maanden geen onkruid meer groeien, en ook geen bloemen. Van alle supersonische racebolides had er één wel heel veel bekijks. De presidentiële koets mét wc-rol lokte dan ook de meeste kijklustigen.
De terugweg diende zich ook al veelbelovend aan want wij mochten over de deltawerken Goeswaarts keren. Deze impressionante bouwsels van onze noorderburen, ooit gemaakt om de westerstormen te trotseren, kregen zelfs Bill even stil, maar dan ook maar heel even. Onze wederhelften en kids waren ondertussen Neeltje Jans op de Deltawerken onveilig aan het maken. Zeehonden, zeeleeuwen, bruinvissen, haaien, roggen, glijbanen, kibbeling, fish-sticks, vanalles werd daar gespot! Dol enthousiast keerden zij in de late namiddag, net wanneer wij onze eerste halve liter aan het nuttigen waren terug naar ons hotel.
Ondertussen bleek er ook een kleurling in onze rangen geslopen. Bij nader inzicht bleek het om de Jos te gaan die ondertussen zo gebronzeerd was dat zelfs een bruinvis wit zou wegtrekken bij de aanblik. Het was raden naar de oorzaak van zijn donkere teint. Bruinen zonder zon, een tanningdouche, een kleurstage in Botswana, de ene gok volgde de andere op. Tot op heden weten wij nog steeds de oorzaak niet van deze pigmentaandoening van onze copain.
Bij aankomst in het hotel demonstreerden onze twee youngsters, Lander en Senne dat ze bij de scouts wel iets meer leren dan sjorren. Ook pinten drinken staat daar blijkbaar wekelijks op het programma waarna ze zichzelf dan moeten vastsjorren aan hun stoel om er niet af te vallen. Uiteraard is dit lichtelijk overdreven want de twee copains staan beiden zo scherp dat ze zelfs in een echte koers hun mannetje zouden staan. Dat ze de 150 kilometer eerder als saai aanvoelden is dan ook volledig te wijten aan hun hormonenspiegel die nog in volle ontwikkeling is.
Na de rit werd dus weer rijkelijk onderling verbroederd en werden de flessen Chardonnay al voorgekoeld door de maitre d’hotel. Het zou nodig blijken ’s avonds, want de dorst was nog groter dan na de eerste rit. Na de rijkelijke maaltijd mochten we nog genieten van een one-man-show van onze meegereisde West-Vlaming. Alles werd uiteraard op de gevoelige plaat vastgelegd zodat zijn twee volgers van zijn Vlog weer teleurgesteld konden gaan slapen.
Wat zou de laatste dag ons nog te brengen hebben?
El Churto