Temse net niet !

Weer moet ik het ritverslag starten met superlatieven aan het adres van Wout Van Aert. Op zaterdag, daags voor onze rit naar Temse, liet onze Belgische topcoureur in de Olympische wegrit zien over wat een krachtenarsenaal hij beschikt. Als de beste renners ter wereld “kakkie-broekie” doen als ze zien dat onze eigenste krachtpatser de helse klim heeft overleefD, dan begrijp je dat hij wel heel sterk moet zijn geweest. Over de tactiek van het Belgische team kan urenlang gepalaverd worden. Had Evenepoel, die eigenlijk tegenviel, men moet een kat een kat durven noemen, geen demarrage geplaatst op vijftig kilometer van de streep, had hij Van Aert misschien tot diep in de finale kunnen bijstaan. In ieder geval heeft Woutje er gezien de omstandigheden het maximum uitgehaald. Zoon George heeft binnen een weekje een zilveren kleinood om op te sabbelen zodat de zever tot op zijn kruippaksken druipt.

In tegenstelling tot Van Aerts zilveren medaille was die van de Nederlandse Annemiek Van Vleuten in de wegrit voor vrouwen eerder een flop te noemen. Dolgelukkig gooide zij haar armen in de lucht toen zij alleen de finish overreed. Huilend van geluk viel zij de verzorger in de armen. Ze had echter één klein detail over het hoofd gezien. Voor haar was al een Oostenrijkse onbekende als eerste de streep overgereden. Of hoe Van Vleuten op een paar seconden van de hemel naar de hel tuimelde! Laat dat nu het verschil zijn tussen Nederlandse arrogantie en Belgische onderdanigheid. Van Aert toonde zich oprecht blij met zijn zilveren plakket, Van Vleuten vond die van haar eerder “zwaar cut”.

Maar genoeg over de topsporters, nu iets over de echte mensen! In deze zomerse periode waarin we momenteel geteisterd worden door lokale, keiharde onweders en zondvloeden, wordt de buienradar van daags voordien al platgesurft door de wtc-leden. Waar er op zaterdagavond nog onzekerheid bestond over potentiële inferno’s, bleek op zondag bij het krieken (of was het geuzen) van de dag, dat we nog maar eens de regendans gingen ontspringen. Waren het deze gunstige voorspellingen of was het het vlakke reliëf van de rit, maar in volle verlofperiode dienden er zich zowaar vierentwintig leden aan. Eigenlijk vijfentwintig maar, Michiel had vermoedelijk wat lang op, zijn “slepen” gelegen, arriveerde om 8:34 uur en bijgevolg was de wtc-trein al het station uit.

Wie wel op tijd waren, waren Jimmy en Carine. Net terug uit het vuurrode Spanje bleken zij eerder bruingebakken dan roodgebrand. Nu hadden we tenminste onze koprijder terug. Geert was ook terug na een overdosis Provence van meer dan drie weken en Steven Storms ( blijft een toepasselijke familienaam met al die onweders) keerde na zijn zuurstofkuur in Zwitserland ook terug in ons peloton. Peter bracht een familielid, een ex-coureur trouwens, mee als gastrijder. Onmiddellijk werd hij door Jean ingewijd in de wondere wereld van de Bianchifietsen. Jean had namelijk weer een nieuw appelblauw zeegroen exemplaar op de kop kunnen tikken met een kader die zelfs te licht was om er in het profpeloton mee te koersen. De verhalen van Jean moeten af en toe al eens met een kiloken zout worden genomen.

jos.jpg

Onze C-genieters, drie man en twee vrouw-sterk, kozen voor de korte rit die Temse net niet zou aandoen. Alsof wij met de rest ooit Temse bereikten! Het moet een flauw mopje van Jo geweest zijn om zijn rit “Temse gans anders” te noemen om ons dan net voor de Scheldebrug te doen afslaan en richting Weert te laten rijden. Dat is net hetzelfde als een rit “De Muur gans anders” te noemen en op de Vesten af slaan en weer richting Dender te rijden. Jo zelf, zal wel zitten gniffelen hebben achteraan in het peloton toen hij ieders hoofd zag heen en weer gaan van totale ontreddering én verbazing. Nog een geluk dat Bill van “d’Oppoziese” op reis is of hij had de gelegenheid ten baat genomen, om de poten van onder de stoel van het zetelend bestuur te zagen. Gelukkig is hij nog in Italië zijn banden met de Cosa Nostra, in zijn koersperiode zijn leveranciers van parmahesp en chiantiwijn, aan het aanhalen.

duvel.jpg

Omdat we in Jo’s ritten al zó veel aan de brouwerij van Duvel waren gepasseerd werd er zelfs niet meer gestopt voor een foto. Gelukkig namen onze c-companen hiervoor wel de tijd. Niet alleen zat de rit vol draai-en keringen, bovendien was er in Puurs en Sint-Amands ook nog eens een lokale, smalle Leirekensroute ingeslopen. Met een peloton van 19 over een pad van twee meter breed met tegemoet komende vrouwen met buggy’s, honden aan uitschuifbare lijnen en rollators met en zonder bestuurders, begrijpt u dat het geen sinecure was hier heelhuids door te geraken. Bovendien hadden we eerder op de rit een jonge, beginnend bestuurder de schrik van zijn leven bezorgd. Toen hij met zijn sportieve VW Golf de straat passeerde waar wij op dat moment net kwamen uitgedokkerd, ging hij vol op zijn clakson duwen, sloeg alles dicht, deed zijn raampje open, en schreeuwde ons vriendelijk toe dat we zot waren. Wij dienden hem dan ook allen met een lach der waanzinnigen van repliek.

Eens we Baardegem naderden, waar er vroeger richting Maxens steeds gedemarreerd werd en gekoerst in de gelederen, hielden Jimmy en Kris DB het tempo zodanig strak dat niemand het in zijn hoofd haalde om ook maar iets te proberen. Dat bleef dan ook zo tot op de streep. Vermoedelijk moest Sven weer een vliegtuig richting Kroatië halen, want voor de derde zondag op rij keerde hij onmiddellijk huiswaarts

Anders dan andere zondagen, werden wij niet verrast met hartige hapjes, maar moesten wij onze suikerwafel in ons pint soppen. Altijd moeilijk voor zij die uit het flesje drinken. Om onze verbrande calorieën toch aangevuld te krijgen, dronken we dan maar ene meer. Gelukkig kreeg Rufin de toestemming van de President ons nog iets uit te schenken.

We gaan nu twee dagen in supercompensatie om woensdag te knallen in de olympische tijdrit. Maandag is het de beurt aan Mathieuken met zijn mtb’sken, die zoals ik een zelfverklaard koerskenner hoorde zeggen, nog niet eens aan de “knoesels” van Woutje komt!

Succes voor beiden! En tot volgende week!

El Churto