Gelukkig kunnen we als parcoursbouwer op de bereidwillige medewerking van onze verkenners rekenen. U moet niet denken dat wij alle routes die we in elkaar steken, eerst zelf gereden hebben, verre van. We zijn dus als route-architect ook niet op de hoogte van alle wegenwerken, omleidingen, rode coronazones en andere lokale festiviteiten. Nee daarvoor hebben we dus onze verkenners. Freddy is één van hen. Hij gaat dan als fitte gepensioneerde de week voor de rit op verkenning. En als hij een mankement, euvel of onoverkomelijke hindernis tegenkomt, meldt hij ons dat. Gelukkig voor de rit naar Belsele werd ik door hem gealarmeerd dat de Neerstraat in Waasmunster onderbroken was. Laat dat nu net de straat zijn die ons over de E17 zou leiden. Het werd bijgevolg even puzzelen om zonder veel extra kilometers toch Belsele op een veilige en liefst esthetisch verantwoorde wijze te bereiken, maar waar een wil is, is een weg en is er geen weg, dan maken we er gewoon één. Het aangepaste parcours werd op vrijdag nog naar iedereen gemaild zodat niemand op zondag geen enkele afslag zou missen.
Het eerste weekend van september is het normaal gezien altijd kermis in onze thuisbasis. Dan staan de rommelkraampjes op zondagmorgen al grandioos in de weg en lopen de eerste broljagers de wtc-lieden al naarstig voor de voeten. Deze zondagmorgen echter was Meldert even verlaten en desolaat als op andere zondagen. Geen kermis ingevolge corona en bijgevolg ook geen Chicken Run op zaterdag en zeker geen rommelmarkt op zondag. Het was dan ook één van de eerste kermiszondagen die de president wel aanwezig was bij de start. Normaal gezien ligt hij dan nog maar net in zijn bed na een nachtje “doordraaien”. Wie er ook niet was, was Dirk. Hij werd blijkbaar op zaterdag gespot met een nieuw “bistj’n”, dat hij Jicht heeft genoemd, vermoedelijk een naam van Friese origine.
Maar de president moest bij zijn aankomst toch wel even een traantje wegpinken van ontroering. Zesentwintig wielerfanaten stonden in vol ornaat klaar voor ons lokaal. Onder de zesentwintig, vijf jonge gastrijders, allen van een leeftijd die wij nog hadden een eeuw geleden. Met al dat jonge geweld in de rangen beloofde het geen sinecure te worden om iedereen in één groep bij mekaar te houden. Ondergetekende zette zich dan maar met Dries op kop en tegen een strak tempo van 30 km/h kon iedereen in dergelijke grote groep makkelijk volgen. Er werd in de buik van het peloton dan ook gekeuveld en getaterd dat het een lieve lust was.
De enige hindernis die in het parcours zat tot Waasmunster was een zacht lopende helling als omleiding voor de werken in de Neerstraat. Op de top sloegen we linksaf, de prachtige, beboste Abdijstraat in. Een strookje kassei afgezoomd met goed berijdbare betonnen plaveien, ging vervolgens over in een gravelweg met links ervan een perfect lopend fietspad, eveneens in gravel. Bill vergiste zich op het einde even in welke links nu juist bedoeld werd, maar sloot al snel weer aan.
Eens Belsele bereikt, genoten we kilometerslang van de F4, een deel van de zachtlopende fietsostrade richting Antwerpen. Even werden we opgehouden door een gesloten slagboom maar tijd om ons water te maken of een pistoléken met hesp binnen te spelen, kregen we niet. Onze trein denderde hierna al even snel voort als diegene die ons net had opgehouden. Wanneer we de E17 weer gekruist waren, viel onze mond open van verbazing. Het ene half kasteeltje loste het andere paleis af in de bossen rond Waasmunster en enkele Gooische vrouwen gooiden in hun strakke looppakjes even de valse borsten los. Geert liet zich ontvallen dat het hier wel leuk mountainbiken was. Ik kan hem geloven, met dergelijke buurtbewoners als toeschouwer.
Nog steeds werd er in het peloton gezongen, gelachen, verbroederd en net niet gedanst. Alleen, als er niet veel inspanning wordt geleverd, wordt er ook amper gezweet en bijgevolg komt de aandrang tot plassen bij de één al wat rapper op dan bij de ander. En net dit lichamelijk ongemak, zorgde voor een donkere onweerswolk voor de stralende zon, een smet op het opgepoetste blazoen als het ware. De niet-leden en de leden die niet aanwezig waren, zullen uiteraard terecht nieuwsgierig zijn naar het incident maar voor één keer dompel ik mijn pen niet in vitriool maar in welriekend rozenwater en zal ik hierover dan ook niet verder uitweiden.
Op dit punt in het verhaal werd onder het goedkeurend oog van de president de groep in twee gesplitst in de rappe en de iets minder rappe. Alleen leken de rappe deze keer te denken dat er aan het einde van de rit eeuwige roem, een gele trui en een pluchen leeuw van Crédit Lyonais wachtte. We waren echter nog maar aan de Mirabrug, waar Big Bill een achterwaartse selfie van het peloton aan het schieten was, of een deel van de groep miste de afslag naar links. Hier werd echter nog even gewacht om de gas open te draaien tot de rest weer terug was. In het nieuw aangelegde stuk tussen restaurant Den Otter en de Drie Goten, tekende ik snelheden op van 42 km/h. Akkoord, de profs lachen hiermee, maar moest ge ons in onzen bloten naast de naakte profs zien, zou u begrijpen waar het verschil zit en dan heb ik het niet over de lengte van… ons benen.
Nadat we de N41 in Hamme kruisten en afsloegen op het kilometerslange, perfect aangelegde fietspad richting Dendermonde, ging de gas nog eens volledig open. Kopbeurten werden afgestraft met vollopende benen en zweetdruppels die de ogen deden vollopen. Niettegenstaande Peter op vrijdag de rit ook al verkende, miste ook hij de afslag naar de Vlassenbroekbrug. Enkel Jo en ondergetekende haalden nog de afrit van de fietsostrade. En plots was de A-groep verbrokkeld en verdeeld. Niemand wist nog wie waar zat. Bovendien had de B-groep dezelfde afslag gemist, niet alleen door hun snelheid maar ook omdat de dames in de gelederen de halfgod Kurt Rogiers ter plekke hadden ontwaard. Kristin deed zelfs in al haar adoratie een ware knieval voor deze adonis van het Vlaamse scherm. Nog een geluk dat Johan, haar gemaal, naast vegetariër ook pacifist is, of de Kurt kon de komende weken met donkere zonnebril zijn banale programma’s gaan presenteren.
Net voor Lebbeke werden de A-troepen uiteindelijk weer verenigd. Sommige van de jonge kerels kregen het al wat moeilijker aangezien hun stalen ros niet uitgerust is met de grote molens der volwassenefietsen. De finale was uiteindelijk ook nog vrij pittig met de klim op de Heidebosstraat in Moorsel en de helling van de Aalsterse Dreef in Affligem. Hier deden de jonge rakkers onze oude knoken nog eens flink pijn. Het nuttigen van kermisbier zou misschien soelaas brengen en zou de pijn van het leeftijdsbesef wat kunnen temperen. Op de binnenkoer van Ingrid werden de stoelen dan ook bijna allemaal door de WTC bezet.
Net op moment dat het B-elftal arriveerde kwam ook Pieter zijn gebroken neus even aan het venster steken. De president loofde terstond een beloning uit voor diegene die Pieter deze neuscorrectie had bezorgd. De president zou het lachen echter al snel vergaan, toen zijn leiderschap in opspraak kwam. Bill, de oppositieleider, zaagde vakkundig de figuurlijke poten vanonder de terrasstoel waarop El Presidente gezeten was, hem publiekelijk verantwoordelijk stellend voor de minimale strubbelingen tijdens en na de rit. Vooral de Jamboniaanse ontkenning over de urinologe problemen kwam onze leider bijna duur te staan. El Presidente die onmiddellijk zijn titel, boekhouding en royaal salaris wilde overdragen aan Big Bill, stootte op een welgemeende “njet”. Bill, een zweeppartij op zichzelf zou naar eigen zeggen de rol van eerste stoker op zich blijven nemen. Gelukkig werd zijn mond tijdig en vakkundig gesnoerd door de barbecue hapjes, ons geschonken door onze Bill-jart vrienden. Op de kermis mag het namelijk al eens iets meer zijn dan peperkoek, suikerwafels en “saroopkoeken” van de Meli.
Hopelijk worden de kleine plooien tegen volgende zondag volledig glad gestreken en kunnen we dan deze recordopkomst overtreffen. Vrijwilligers die ons vanaf volgende week willen volgen met de sanitairwagen kunnen reageren via persoonlijk bericht.
El Churto