Hij is terug! Hij is terug! Dat was hetgeen deze zondagmorgen uit de kelen van alle aanwezige WTC-leden opsteeg toen onze Grote Roerganger uit de vroege ochtendmist opdaagde. Na drie weken bij de Vietnamese tweelingen was hij eindelijk teruggekeerd naar zijn eigen volk. Getooid met een koeltas van Lipton Ice-Tea, wellicht gevuld met allerlei Vietnamees lekkers leek hij serieus vermagerd uit de strijd te zijn gekomen. Vermoedelijk verbleef hij drie weken bij de Shaolin-monniken die wellicht niet alleen in Thailand zitten maar ook wel een hoofdkwartier ergens in Vietnam zullen hebben. Strak afgetraind als Bruce Lee in Enter The Dragon part 16, deed hij zijn lumineuze intrede. Dat er nu net vandaag zo weinig leden aanwezig waren om rozenblaadjes voor de Grote President zijn voeten te werpen, lag wellicht aan het weer. Waar de zon de laatste weken van in den beginne van de partij was, was het nu het dichte wolkendek dat de overhand had. De temperatuur van tien graden deed er ook al geen goed aan en de voorspelling dat er misschien wel een natte druppel zou vallen, hield wellicht ook wel wat leden tegen. En net nu er zo weinig aanwezigen waren, stond er een nieuwe debutante haar opwachting te maken. Ontsnapt uit het gebied overheerst door De Vliegende Spaak, wilde zij eens proeven van onze gezelligheid en enthousiasme. Gezien haar lichaamsbouw, vermoedden wij dat zij tot de gevleugelde klimmers moest behoren, en dat kwam goed uit want hoogtemeters zouden geserveerd worden als voorgerecht, hoofdgerecht én dessert! De B'kes waren slechts met drie, Steven en André zouden Joëlle onderweg de knepen van het WTC-vak leren en reden na het luiden van de klok de horizon tegemoet.
Kort erna trok het zevental A’kes zich op gang en aan de voet van de Affligemdreef diende zich een boobytrap aan in het parcours. Onze drie B’kes waren blind de gps gevolgd en waren de gravelweg, beter bekend als de Kluisdreef ingeslagen, gelukkig passeerden de A’kes net en konden de B’kes gewezen worden op een alternatieve, veiliger route. Onze debutante zal ons daar al wel voor amateurs aanzien hebben. Net na Aalst, kwamen we in de fietsende meute terecht die deelnam aan de Valckenier Classic. Waren die allemaal blij dat ze op de Bergstraat wat in ons wiel mochten verpozen, zo in de schaduw rijden van vedetten, het doet wellicht iets met een mens. Het duurde tot Aaigem eer we verlost waren van de schare opdringerige WTC-fans. En daarna, niets dan rust, mooie glooiende, groene landschappen en pittige hellingen. Toen we de N45 richting Geraardsbergen moesten kruisen liep het even wat fout. In plaats van onmiddellijk over te steken aan de lichten, sloegen we rechts af om na 500 meter vast te stellen dat de toegang tot de te volgen straat aan de overkant van de expresweg versperd werd door een gracht en vangrail.
Maar een WTC’er is niet van een kleintje vervaard, en zonder verpinken doken we met vijf de droge gracht in. De President waande zich weer in de loopgraven van de Vietnamoorlog die hij uitgebreid had bezocht op de drieweekse die hij achter de rug had. Hij ging zelfs zodanig diep op, in zijn rol dat hij een zich tot een eerbiedwaardige knieval gedwongen voelde. Peter en Dries, zagen zo veel oorlogsgeweld niet zitten, waren teruggekeerd tot aan de lichten, en volgden de voorziene, minder spectaculaire weg. Na zo veel actie diende wel even een sanitaire pauze worden ingelast en werden de gewassen op de uitgedroogde akkers voorzien van het nodige sproeiwater.
Kort na dit akkefietje werden we voor de spoorweg in Zandbergen opgehouden door Davy, alias Bakker Riddy, die zijn locomotief vakkundig de sporen gaf. Even een rustmoment want kort erna dienden we de Oude Kassei te beklimmen. Als we er anders al eens passeren doen we deze lange helling in dalende richting. Na nog wat draaien en keren door prachtige valleien, bereikten wij de voet van de Congoberg. We beklommen deze misschien al twintig keer, en nog nooit zagen we er een Afrikaan, laat staan een Congolees! Die zullen wellicht verhuisd zijn door de overlast die de wielertoeristen er veroorzaken. Ze mogen dan nog van geluk spreken dat een monsterrit zoals de Valckenier Classic er niet passeert. Na de prachtige Congoberg ging het strak bergaf via de al even prachtige Kasteelstraat richting Denderwindeke. Maar nog waren de hellingen niet opgesoupeerd, want daar lag de Woestijn al te wachten.
Met tientallen old-timers tegelijk kruisten autoliefhebbende zondagsrijders ons pad in de smalle wegen. Het was uitkijken geblazen, en volledig gedopeerd door de vervuilende uitlaatgassen van al dat oud schroot, schoot den Yves als een pijl uit een boog de Woestijn op. We waren er van overtuigd dat hij zou parkeren alvorens boven te zijn, maar niets was minder waar, en kort na Peter bereikte hij als tweede de top. Via het kerkhof van de blinde, gesneuvelde soldaten, ah ja ze moeten gesneuveld zijn want anders kunt ge ze niet op ’t kerkhof leggen, en het naar daslook ruikende Berchembos doken we weer naar de Dendervallei
Maar nog was het klimwerk niet gedaan en in Roosdaal en Kattem dienden de bergbottines nog eens aangetrokken. En net op de fietsersbrug boven de E40 haalden wij de B’kes bij. André reed netjes naast Joëlle en Stefano Di Longo reed Jorisgewijs een vijftig meter voor hen uit. Blijkbaar zit hij conditioneel zo goed dat hij al zijn gellekes nog in zijn achterzak had zitten. Hij zou er ’s avonds zijn haar nog mee in de plooi kunnen leggen. In Essene kregen we de laatste helling voor de kiezen. De president was bij debutante Joëlle gebleven om haar het reglement uit te leggen, De Scalle bleef bij Stefano om de laatste kilometers al keuvelend af te werken.
Vooraan werd er op Melderts grondgebied nog eens doorgetrokken tot op Ingrids terras waar er even logistieke verwarring was. Wilden we binnen zitten? Oké, dat zou gaan niettegenstaande de biljarters hun opwachting hadden gemaakt en de “Stammtisch” onveilig maakten. Het tegenvoorstel van Dingen dat we in de zaal mochten zitten, werd onmiddellijk en direct door Ingrid de kop ingedrukt en Dingen moest dan ook een kwartier in den hoek tot ze vertrokken naar het communiefeest. Zijne presidentiële heerlijkheid had ondertussen hapjes uit zijn coolbox getoverd als waren we neergestreken met veertig man! Eten dat wij gedaan hebben! Salamikes met wine-gums, pepersalami met abrikozenkoeken, kazekes met piksossis, het ging er allemaal even vlot in.
Och ja voor ik het vergeet, Jelle was er ook bij, opnieuw met zijn onmisbare rugzak, het blijft een mysterie wat er in zit, maar gezien zijn conditieboost, wellicht een elektromotor en een batterij. Het was al na één uur als de vier laatste ridders de ronde tafel verlieten en huiswaarts reden. Dat is pas overgave tot op het einde! Of er volgende week meer leden zullen opdagen zien we dan wel weer! Tot zondag!
El Churto