Het is niet makkelijk, het leven als lid van een gediscrimineerde minderheid, en als ervaringsdeskundige heb ik het volste recht van spreken. Ik verklaar mij nader. Deze zondagmorgen zouden de WTC-leden in hagelnieuw wielerplunje aan de streep verschijnen. Het is trouwens nog drie jaar eer we onze jubilee van 50 jaar bestaansrecht gaan vieren, maar dat zou onze huidige uitrusting echter niet meer trekken, vooral gezien de toenemende omvang van sommige van onze leden, met exploderende ritssluitingen tot gevolg. Daarom werd door een aantal hoogwaardigheidsbekleders van ons bescheiden clubje besloten ende beslist dat er een tussentijdse uitrusting zou kunnen worden besteld. Zowaar een topidee en dito beslissing. Dat ook grote meneren af en toe een foutje kunnen maken blijkt uit het feit dat ons aller President de Excel-file met de persoonlijke bestellingen met een halfzat oog heeft moeten bekijken. Bij het tellen van de uitrustingstukken die moesten besteld worden, sloeg hij hier en daar al eens een rijtje over in zijn Excel-bestand en bijgevolg bleek het dan ook nog ondergetekende zijn rij die hij had overgeslagen en nog bijgevolger was geen enkel, maar dan ook geen één, van mijn bestelde stukken bij de levering. Gelukkig lijkt ons vorige uitrusting nogal vrij goed op de nieuwe en als we tegen 45 km/h voorbijflitsen is er geen kat die het verschil ziet.
Maar toch, zijn er dan nobele heerschappen die zich superieur moeten opstellen tegenover het “plebs” zonder nieuwe uitrusting. De koning van Meldert, aka “Den berremiejster van Meljert” en zijn schare getrouwen kon het bij de start niet laten om nogal wat sneren uit te delen naar de kleine minderheid die het had gewaagd in oude uitrustingstukken te verschijnen. Tom, een potentieel nieuw lid was zodanig van deze vijandigheid aangeslagen dat er al een melkzuurfabriek op volle toeren in zijn benen aan het produceren was, alvorens de start werd gegeven. Diene mens is dat ook niet gewoon é dat er zo gebasht wordt op mensen die in zijn ogen toch wel zeer sympathiek, intelligent en aimabel overkomen. Maar de god van de minderheden bleek in de loop van de geschiedenis vaak rancuneus en wraakzuchtig. Maar daarover straks meer…
De rit naar Zemst kondigde zich als vlak aan, maar er werd van bij de start toch al wat gefronst als we de Putstraat insloegen richting “d’Hoi” en vervolgens ook nog eens de Lepelstraat omhoog, een schoon klimmeken waarop de onopgewarmde beenspieren toch al eens danig op de proef werden gesteld. Via sponsor Loomans ging het in dalende lijn het Fort af naar Mollem en zo naar Kobbegem. Ondertussen waren we al twee concullega’s gekruist die los van elkaar ook wel een fluo-geelgroene uitrusting droegen. Van verre leken het zelfs WTC-members, maar niets was minder waar, voornoemd kleur bleek in serieuze afslag te staan bij Vermarc en bijgevolg rijdt nu de helft van Vlaanderen rond als reflecterende “crashbarriers”! In Kobbegem had Tom trouwens het grote uithangbord met “Mort Subite” zien opdoemen, nam dit wellicht wat te letterlijk, sloeg de schrik om zijn hart, en in de laatste klim van de dag naar de radar in Brussegem, koos hij eieren voor zijn lidgeld en sloeg linksaf ipv rechtsaf. Hij zou op eigen tempo een kortere rit afleggen, nochtans hadden de Scalle en de President hem een serieuze peptalk gegeven. Uit de berichten van Tom na de rit bleek dat hij zeker niet zal opgeven en volgende week met opgeheven hoofd opnieuw aan de start zal staan. That’s the spirit!
Na de laatste klim volgde dan nog een rotkassei - blijkt trouwens dat José De Cauwer te vaak het bijwoord “rot “ gebruikt en hij hiervoor al bakken kritiek heeft gekregen - en dan een afdaling richting Meise die we uiteindelijk rechts lieten liggen en onze weg voortzetten door de prachtige weilanden van Klein Brabant doorspekt met hier en daar een machtig gerestaureerde herenhoeve. Na een winter van kommer en kwel op het vlak van hemelwater, lagen de achterafwegen in dit stukje mooi Vlaanderen er niet in perfecte conditie bij. Modder, drek, aalvocht en steenslag, het was constant uit de doppen kijken. En in Zemst-Laar, gehucht van Zemst en bijna aan het keerpunt, sloeg de god van de onderdrukte minderheden onverbiddelijk toe! Op de hoek van de Grote Parijsstraat en de Dasmusweg had er toch wel één of andere protesterende landbouwer, al dan niet bewust een lading “gravie” afgekapt. De koprijders, riepen luidkeels zoals het hoort :”Stientjes!”, vertraagden, de tweede rij herhaalde nogmaals de waarschuwing, zo ook de derde rij, maar op de vierde rij reed geheel met de kin en de neus in de wind, zijne Conincklijke majesteit himself. Uiteraard luistert hij niet naar wat “het volk” hem allemaal toeroept. Maar aangezien zijn voorrijders het hadden aangedurfd van voor hem te vertragen, deed hij nochtans hetzelfde. Maar een Conincklijke troon draait niet zo vlot als een racemachine en u raadt het al, voorwiel weg in de steenslag, en zijn hoogheid keihard tegen den tarmac, recht vanboven op zijn ego en zijn spiksplinternieuwe lange koersbroek van Vermarc! Zijne majesteitelijke hoogheid draagt ook nooit handschoenen, want dat is voor minderwaardige onderdanen, en bijgevolg, de muis van de hand ook danig “afgeschroefd”. Als dat maar goed komt volgende week, bij het handjesschudden van de andere weledele delen! U zou van zo iemand toch wel verwachten dat hij over enige valtechniek beschikt aangezien hij minstens één maal per jaar gaat skiën naar mondaine skioorden als VAL Thorens, VAL-d’Isère of Les Trois VALlees, maar niets blijkt minder waar.
En de schaamteloosheid na de val! Naar analogie met Niels De Bladblazer die blijkbaar zelf het vuur aanwakkerde in zijn loft, maar bij wie het zijn fans zijn die een inzameling begonnen, startte onze koninklijke hoogheid onmiddellijk zelf een”crowdfunding” onder de aanwezige leden van de WTC en ging hij al eens rond om een “ceng” in zijn hand te leggen. Er zijn blijkbaar toch geen grenzen aan de welvoeglijkheid van de uitgerangeerde adel. Een les die wel degelijk uit dit alles moet getrokken worden, is dat onze Lieven Heer uiteindelijk toch straft, al is het niet altijd onmiddellijk.
Na wat lievemoederen aan het adres van onze stuntman, en wa “nezeken” op de schaafwonde op de knie, werden alle rossen weer bestegen en reden we al vlug langsheen het kanaal van Willebroek, waar we op de andere oever zowaar André, Els en Katrien konden ontwaren. Zij hadden de korte rit voor hun rekening genomen en waren blijkbaar zodanig van het parcours afgeweken dat ze konden poseren aan het Atomium hetgeen normaal gezien doel is van een volledig andere rit. Met de wind in de rug werd de terugweg in een strak tempo afgehaspeld. Op nog een korte plaspauze na, werd er voor Baardegem niet echt nog iets vermeldenswaard beleefd. Eens onderaan de Rampelberg kregen de leden met de goei benen, die had Jo trouwens ook voor de start, carte blanche van de President en mochten zij de gas eens opendraaien. Op de Faluintjesstraat was bij de meesten het vet van de soep en zakte de snelheid enigszins, en gelukkig maar! Want wie stapte daar heel parmantig met zijn gemalin hand in hand en aan zijn zijde…Steven DB, voormalig clubkampioen van de WTC! Al zeven keer had hij met haar de Faluintjesstraat op-en afgestapt in de hoop dat wij zouden passeren en hij zijn eega aan ons kon showen. “Da masken” vroeg zich al af waarom zij geen schone lokale lusvormige toer konden wandelen door het lieflijke Meldert met al zijn mooie bezienswaardigheden. Goed bekeken van onze Steven. Naar het schijnt was het in de namiddag voorstelling aan de familieclan en Steven zijn zenuwen stonden even strak gespannen als het topje rond haar…, oké nu zijn we erover aan het gaan.
Bij aankomst in ons lokaal, was de zaak op Louis De Bondt na, broer van Zean, volledig leeg. Het dartstornooi in de Oktoberhallen in Wieze had nog een afterparty gekend in onze heimat en Ingrid had nog maar net opening toen wij arriveerden. Des te meer lawaai konden wij maken en uit volle borsten werd dan ook gezongen :”Ingrid is van ons olé, olé!”. Maar JS uit M bij A, dacht bij zichzelf, genoeg plat vertier en vroeg zich openlijk af van waar het woord Faluintjes nu eigenlijk kwam. Chat GPT kon hier geen deftig antwoord op verzinnen maar dat het komt van het middeleeuwse faloerden (takkenbossen die gebruikt werden om moeras droog te leggen) is alom gekend binnen de WTC-rangen. De C staat trouwens voor Cultuur, moest u zich dit afvragen. JS, alias George Beautiful, naar analogie met George of the Jungle, moest ook nog even laten merken dat hij toch wel al een “erekaart” had gekregen in de avondschool Engels en had het voortdurend over het fietsenmerk “Raaidlie”, hetgeen de rest nogal “awkward” overkwam aangezien het gewoon het Belgische merk “Ridley” betrof. Maar nog even voor het slapengaan vertelde George ons nog rap, een verhaaltje over de herkomst van de naam Vlaanderen en Vlamingen, maar ook in deze les geschiedenis moet hij niet zo goed hebben opgelet want hij wist het zelf allemaal zo goed niet meer precies. Dat noemen ze dan “echt kapot zitten” in wielermiddens.
Wat aanvankelijk startte als een gezapig ritje waar het er naar uitzag dat er niks spectaculairs te gebeuren stond, groeide al snel uit tot een memorabele editie, met een lach en een traan (bij Jo dan toch). Volgende week nieuwe avonturen met hopelijk al “rapkes” op de oude wonden. Tot dan!
El Churto